“Stop met tellen van calorieën”, fit- en gezondexperte Claudia Van Avermaet over afvallen als goed voornemen

Het nieuwe jaar komt er aan, tijd om goede voornemens te maken. Staat ‘gewicht verliezen’ op jouw lijstje? Trap dan niet in de val van het calorieën tellen.

Ik zie het vaak om me heen: mensen die geobsedeerd zijn door het tellen van calorieën. Ze bestuderen elk voedingslabel, rekenen uit of iets ‘binnen hun limiet’ past, en bepalen hoeveel ze mogen eten op basis van cijfers. Het lijkt alsof hun hele eetpatroon afhankelijk is van een rekenmachine.

Ik begrijp het ergens wel want ze hebben ons al zoveel wijsgemaakt. Je denkt dat je calorieën moet bijhouden om controle te houden, omdat je je eigen lichaam niet vertrouwt. Wat als je te veel eet? Wat als je buiten je grenzen gaat? Het voelt alsof die getallen de enige manier zijn om grip te krijgen en om af te vallen. Maar hier is het ding: calorieën tellen geeft je helemaal geen controle. Sterker nog, het houdt je gevangen.

Het idee dat je lichaamsgewicht puur afhangt van ‘calorieën erin, calorieën eruit’ is een illusie. Je lichaam is zoveel complexer dan dat! Genetica, hormonen, slaap, stress – er spelen talloze factoren mee die je niet kunt berekenen. En er is een veel betere manier om te weten hoeveel je moet eten. Een manier die al in je zit, vanaf het moment dat je geboren werd. Het geheim? Je interne signalen. Je lichaam heeft een eigen mechanisme dat precies aangeeft wat het nodig heeft. Je hongergevoel en verzadiging zijn als een ingebouwd kompas. Ze laten je weten wanneer je moet eten en wanneer je genoeg hebt. Het probleem is alleen dat we vaak vergeten zijn hoe we erop moeten vertrouwen, door al die externe regeltjes en diëten.

“Het idee dat je lichaamsgewicht puur afhangt van ‘calorieën erin, calorieën eruit’ is een illusie”

Wat zijn calorieën echt?

Calorieën zijn simpelweg een maatstaf voor energie. Ze geven aan hoeveel energie je lichaam uit voedsel haalt om te functioneren. Je hebt deze energie nodig om te ademen, te bewegen, te denken – om te leven!

Wanneer je eet, breekt je lichaam het voedsel af en zet het om in brandstof, meestal in de vorm van glucose, de favoriete energiebron van je cellen. Dit proces kun je zelfs zien: na een maaltijd stijgt je bloedsuikerspiegel, wat betekent dat je lichaam nieuwe energie heeft gekregen. Zodra je genoeg hebt gegeten, geeft je lichaam signalen af dat het vol zit. Dat kun je merken aan een verzadigd gevoel, een heldere geest of een energieboost.

Na verloop van tijd gebruikt je lichaam de glucose die je hebt binnengekregen. Je bloedsuikerspiegel daalt langzaam, net zoals een auto minder brandstof heeft naarmate je verder rijdt. Wanneer je energieniveau te laag wordt, stuurt je lichaam hongersignalen. Denk aan een knorrende maag, een licht gevoel in je hoofd, of minder concentratie. Dit is je lichaam dat zegt: Hé, tijd om bij te tanken!

Je lichaam heeft dus al een ingenieus systeem om precies te regelen wat het nodig heeft. Het luisteren naar deze signalen – in plaats van te focussen op cijfers – kan een gamechanger zijn. Geen externe rekenmachines meer, alleen vertrouwen op je eigen perfecte energiemeter.