Hordeloopster Axelle Dauwens zoekt atletiekplezier in Denemarken: “Die nieuwe prikkel was nodig”

Stoppen of een resoluut andere aanpak: dat was de zware keuze waar Axelle Dauwens voor stond na de zwarte zomer van 2016. Het werd het laatste. De nieuwe stimulans zoekt de 26-jarige West-Vlaamse hordeloopster in Denemarken. Twee jaar geeft ze zichzelf. Als het niet lukt, wacht de vijfvoudig Belgisch kampioene en Europees finaliste van 2014 een ander leven.

Uitgeschakeld in de halve finale op het EK, uitgeschakeld in de reeksen op de Olympische Spelen. De zomer van 2016 draaide uit op een zware teleurstelling voor Axelle Dauwens. “Dat waren serieuze klappen. Je twijfelt over jezelf: ben ik wel goed genoeg? Je doet het niet meer graag. Of toch niet zoals je het doet. Maar in een hoekje zitten treuren, is niets voor mij. Ik wou een oplossing. Liefst in de atletiek, want ik wist dat ik beter kon. Ik heb dat ook al bewezen. Maar ik had een nieuwe prikkel nodig. Anders was ik gestopt.”

Die prikkel zoek je in de Deense havenstad Aarhus. Waarom?
Omdat ik er met Sara Petersen, de nummer twee van Rio, en haar coach Mikkel Larsen mag trainen. Ik kan veel opsteken van haar en haar trainingsmethode. En zij is blij dat ze niet alleen moet trainen. Ik ben begin oktober verhuisd en het bevalt me prima. In het begin was het wel schrikken. Je moet je plan trekken in een vreemd land zonder familie of vrienden, je moet een appartement zoeken, alles is nieuw. Mijn vriend blijft in Gent wonen.

Kopenhagen staat bekend als hippe, groene fietsstad. Hoe zit dat in Aarhus?
Dat is gelijkaardig. Aarhus is fel veranderd de laatste jaren. Heel hip geworden. Alles staat er in het teken van gezond leven. Voor fietsers zijn de mogelijkheden onbeperkt. De stad is omringd door zee en bos. Je proeft gewoon dat de lucht er heel zuiver is. Ik train ook meer buiten dan in België. En dat stimuleert mij, zoals gehoopt. Atletiek kan heel eentonig zijn. Als je acht jaar volgens hetzelfde patroon werkt, bestaat het gevaar dat je de goesting verliest, zeker als de resultaten uitblijven. Daarom heb je soms een nieuwe prikkel nodig. Verder doen zoals ik bezig was, was geen optie.

Ben je al over de ontgoocheling heen?
Toch wel. Omdat die uiteindelijk een hefboom geworden is voor iets nieuws. Maar ik voel me nog steeds geen olympische atlete. Rio was één grote teleurstelling voor mij: sportief, organisatorisch, de chaos was compleet, de sfeer. (zwijgt even) Maar goed, een sporter die niet presteert, ziet alles zwart. Dat besef ik. Ik wil dat zó graag goedmaken in Tokio in 2020.

“Aarhus is geen vlucht naar de anonimiteit. Ik geef wel toe dat het druk was vorig jaar.”

Je bent hot geworden in Vlaanderen na optredens in De Slimste Mens en Komen Eten. Werkte dat nefast?
Ik heb me die vraag ook gesteld. Ik denk van niet. Je voelt wel meer druk. Je wordt herkend op straat, mensen verwachten meer van je. Maar de oorzaak voor mijn slechte prestaties ligt elders. In het voorjaar raakte ik geblesseerd, een scheurtje in de kuit. Dat gooide mijn voorbereiding in de war. Ik kon minder wedstrijden lopen en dus minder vertrouwen tanken. Ik was fysiek én mentaal niet optimaal.

Aarhus is geen vlucht naar de anonimiteit?
O neen. Anders zou ik dit interview niet geven. Ik geef wel toe dat het druk was vorig jaar. Op de duur zag ik mezelf overal verschijnen. Ik heb soms ook neen gezegd.

Je bent pas laat met atletiek begonnen, in 2008. Vanwaar plots die kriebel?
Vreemd, hé. Ik had je gek verklaard had je mij toen gezegd dat ik enkele jaren later topsporter zou zijn. Op school kreeg ik te horen dat ik moest gaan lopen. Ik volgde Sportwetenschappen. Ook mijn moeder stimuleerde mij in die richting. Nu, atletiek was niet nieuw. Als kind liep ik al bij een club. Maar ik vond dat zo saai, dat lopen. Na twee jaar ben ik gestopt. Ik ben wel blijven sporten: tennis, dans, kunstschaatsen. Die fysieke basis was er wel.

Het is daarna heel snel gegaan. Amper zes jaar later loop je de Europese finale in Zürich.
Ongelooflijk, ja. Op een nummer dat ik amper twee jaar deed. Pas in 2012 liep ik een eerste keer een internationale 400 meter horden. Voordien deed ik de 400 meter vlak, maar opnieuw: ik heb af en toe wat afwisseling nodig. (lacht) Na Zürich liep ik op de Memorial ook nog eens mijn persoonlijk record (55”56). Het kon niet op, dat jaar. Ook 2015 was niet slecht. Ik zou tekenen om dit jaar opnieuw twaalfde te worden op het WK.

Hoe belangrijk is sport in je leven?
Vandaag heel belangrijk, het is mijn passie en mijn job. Maar sport is niet het enige in mijn leven. Als ik morgen noodgedwongen moet stoppen, zal je mij niet aan de antidepressiva zien. Begrijp me niet verkeerd: ik zou het verschrikkelijk vinden, maar ik zou een nieuw leven starten. Eerlijk, soms verlang ik er al naar.

“Als ik morgen noodgedwongen moet stoppen, zal je mij niet aan de antidepressiva zien.”

Hoe ziet dat nieuw leven eruit?
Als alles volgens plan verloopt, stop ik als ik dertig ben. Dan zou ik een jaar of twee willen werken. Wat juist, dat laat ik me op afkomen. Mijn diploma’s bieden een goeie basis (Communicatiemanagement en Internationale Politiek, red.). Daarna wil ik kinderen. Ik wil geen oude mama zijn.

Je hebt het plaatje al mooi op orde.
O ja. Ik heb alles graag gestructureerd. (lacht)

Jij bent de eerste master internationale politiek die ik tegenkom in de sport. Vanwaar die interesse?
Die is van thuis uit gestimuleerd. Wij speelden als het ware elke dag De Slimste Mens. Als er iets in het nieuws was, vroeg mijn stiefvader wat ik daarvan wist (haar ouders zijn gescheiden, red.). Ik vind dat boeiend, die geopolitieke verhoudingen. Mijn thesis ging daar ook over, over de invloed van nieuwe scheepvaartroutes langs de Noordpool op de internationale politiek. Ik heb lange tijd gedacht dat ik ooit in de diplomatie zou werken. Nu niet meer. Als sporter ben ik al zo vaak onderweg dat ik in mijn volgend leven graag een vaste stek wil. Een stage heb ik niet meer gedaan. Die viel niet te combineren met de atletiek. Anders had ik zeker gesolliciteerd bij de Europese Unie. Of op het kabinet van de premier. Dat lijkt me ook fascinerend.

Dan heb je ongetwijfeld de Deense politieke thriller Borgen gezien?
Neen, sorry! (lacht) Ik moet dat dringend zien. Maar dat staat niet op Netflix. Ik kijk graag naar series als House of Cards. Het Deense systeem zit wel goed in elkaar. Zij denken veel functioneler dan wij. Je moet er ook veel taksen betalen, maar je krijgt er meer terug. Doktersbezoek is gratis. Wachtlijsten voor kinderopvang zijn ondenkbaar. Je betaalt minder voor ecologische producten. Zij heffen vooral taksen op ongezonde producten, zoals alcohol. Een goed systeem.

Straks blijf je er nog na je carrière?
Ik zou er niet ongelukkig zijn. Maar mijn vrienden en familie wonen in België. Dat zou voor mij de reden zijn om terug te keren.

Wat is je ultieme droom in de atletiek?
Als ik zot mag doen: een medaille op een EK of een finale op de Spelen of WK. Dat zou echt wel het ultieme zijn. (lacht) Maar ik ben realistisch. Ik zal na twee jaar Denemarken de evaluatie maken. Dit jaar is het eerste doel regelmatig in de 55 seconden lopen. En twee: opnieuw een halve finale op het WK. Volgend jaar wil ik top vijf op het EK. En graag ook een tijd in de buurt van het Belgisch record (54”95). Als dat lukt, doe ik verder tot Tokio. Zit ik daar mijlenver vanaf, dan stop ik beter.

Het sportrapport van Axelle Dauwens

Als kind was mijn idool …
Justine Henin. Die gedrevenheid en verbetenheid, een fantastische sporter.

Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Eline Berings. Twee jaar na elkaar een zware blessure, en toch blijven vechten. Ongelooflijk.

Mijn mooiste sportmoment?
Zevende in de finale van het EK in Zürich in 2014. Alle emoties kwamen samen. Familiaal was dat een zware periode, mijn stiefvader was net verlamd geraakt door een tekenbeet.

Mijn grootste ontgoocheling?
De Spelen in Rio. Absoluut.

 

(foto belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier