Ex-winnaars Mathew Hayman en Niki Terpstra zien Pogacar niet winnen in Parijs-Roubaix: “Enkele factoren spelen niet in zijn voordeel”

Kan Tadej Pogacar de kasseiklassieker der kasseiklassiekers winnen? Dat is de vraag die op iedereens lippen brandt. De concurrentie in de 122ste Parijs-Roubaix is echter niet van de poes, met Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Mads Pedersen en co. “Er spelen enkele factoren in het nadeel van Pogacar.”

En of Mathew Hayman (46) en Niki Terpstra (40) vorige week van de Ronde van Vlaanderen hebben genoten. Hayman, die in 2016 Tom Boonen van zijn vijfde Parijs-Roubaix hield, maakte het als ploegleider van Jayco-AlUla van dichtbij mee. “In eerste instantie ben je met je eigen renners bezig, maar als je op een bepaald moment de Oude Kwaremont tussen een mensenzee omhoog rijdt en Pogacar ziet wegrijden, is dat ook voor mij genieten”, zegt de Australiër, die tijdens zijn profcarrière in Lanaken woonde. Terpstra, in 2014 winnaar in Roubaix na een lange solo, is dit voorjaar aan de slag als analist bij de NOS. “Het was een heel mooie strijd. Het heeft ook lang geduurd, want ze zijn er vroeg aan begonnen. Kampioenen die elkaar afmaken, dat is het mooie aan de wielersport.”

Hebben jullie ooit een renner als Pogacar aan het werk gezien?

Hayman: (schudt het hoofd) “We hebben altijd renners gehad die heel dominant waren in de klassiekers, maar niet iemand die de Tour wint en straffe dingen doet op de Kwaremont. Pogacar is zelfs zo straf dat hij Milaan-Sanremo als koers heeft veranderd en ook in de Ronde koerst men nu anders dan toen ik renner was. Roubaix? Dat hangt ervan af. In een droge editie zal zijn ploeg met een beetje schrik zitten, want het is niet zonder risico om deze koers te rijden. Maar als Pogacar nu ook Roubaix wint, heeft hij de sport helemaal veranderd.”

Terpstra: “Hij is zo’n veelzijdige renner. Tijdens mijn carrière is men almaar meer naar specialisering overgestapt, maar nu zitten we plots met iemand die grote rondes wint, wereldkampioen wordt en kasseiklassiekers domineert. Ongelofelijk.”

Er was deze week veel te doen rond het geëvolueerde materiaal, waardoor lichtere renners nu minder in het nadeel zijn in Parijs-Roubaix. Had Pogacar de edities van 2014 en 2016 kunnen winnen?

Hayman: (denkt lang na) “Moeilijk te zeggen. Hij is het grootste fietstalent dat we ooit zagen. Als Pogacar met mij in de ontsnapping had gezeten, zou hij mij misschien gelost hebben.”

Terpstra: “De grote evolutie zit in de bredere banden, waardoor het allemaal iets comfortabeler wordt en het verschil tussen een lichte en robuuste renner nivelleert. Maar vergelijken met vroeger is altijd moeilijk. Pogacar is zo goed. Hij is overal kanshebber.”

Hoe zal Pogacar het aanpakken?

Hayman: “Ik denk dat zijn ploeg de koers snel hard zal maken en alles op een lint zal trekken om hem zo veilig mogelijk over de kasseien te laten rijden en de risico’s op valpartijen te verminderen. Maar in principe is dit niet zijn terrein. Na vijf uur in Roubaix zal het moeilijker zijn om het verschil te maken met iemand als Mathieu.”

Terpstra: “Ik verwacht de laatste 100 km veel aanvallen van Pogacar, alleen liggen er geen klimmetjes voor hem. Hij zal het tactisch moeten aanpakken. Zijn ploeg op kop zetten? Zo makkelijk is dat niet in Roubaix. Er zijn nog teams die voor hun positie bij elke strook zullen vechten. Er is meewind voorspeld. Het wordt een razendsnelle editie. En Pogacar heeft niet de sterkste ploeg. De realiteit is dat enkele factoren niet in zijn voordeel spelen. Zelf verwacht ik dat er een specialist zal winnen.”

“Pogacar zal het tactisch moeten aanpakken, maar hij heeft niet de sterkste ploeg”

Niki Terpstra, winnaar in 2014

Een belangrijke conclusie na de Ronde: Vlaanderen heeft opnieuw genoten van Wout van Aert.

Hayman: “Ik gun het Wout zo hard in Roubaix, zeker als je ziet hoe hard hij voor alles werkt en hoe hij in de Tour voor anderen rijdt. Ik zie het goed komen. In de Ronde is hij op zijn waarde geklopt, maar sinds Waregem heeft hij nog een stap gezet.”

“Ik gun het Wout zo hard in Roubaix en zie het wel goed komen”

Mathew Hayman, winnaar in 2016

Terpstra: “Het was leuk om Wout zo te zien vechten. In Harelbeke en Waregem kreeg hij een mentale tik, maar ik heb het grootste respect voor de reset die hij daarna heeft gemaakt. In de Ronde kwam hij vorig weekend op de piekmomenten tekort, maar zijn algemene conditie is super. Zondag kan hij er zomaar bij zitten.”

Hoe kan Van Aert winnen?

Hayman: “Hij is er klaar voor. Nu moet alleen de koers nog gereden worden. Tussen Compiègne en Roubaix kan er veel gebeuren. Hoeveel procent geluk ermee gemoeid is? Als renner zei ik altijd dat je in Roubaix veel geluk nodig hebt, maar als je naar de resultaten van Boonen en Cancellara kijkt, kan je niet meer van geluk spreken. Zij zaten altijd voorin. Toppers kennen vaak wel wat geluk. Misschien moet Wout wegrijden met Pogacar, want hem kan hij aan in de sprint. (glimlacht) Dan zal heel Vlaanderen blij zijn.”

Terpstra: “Eigenlijk moeten alle favorieten Parijs-Roubaix op dezelfde manier aanpakken: de hele koers alert zijn en in de finale in de juiste aanvalspogingen zitten. Het enige verschil is dat de ene favoriet al wat meer op zijn sprint kan rekenen dan de andere. Die van Wout lijkt nu wat minder, maar het is niet omdat hij een keer een sprint verloren heeft dat hij in Roubaix kansloos is. Na zo’n zware koers is alles anders. (grijnst) Het wordt extreem spannend als Mathieu, Mads, Wout en Tadej samen naar de meet gaan.”

Welke tips kunnen jullie Van Aert geven voor een sprint op de piste?

Hayman: “Dat is helemaal anders dan een sprint op de weg. Zelf had ik er wat ervaring mee dankzij mijn jeugd in Australië. Maar je hebt vooral goeie benen nodig. Als je wint, heb je altijd gelijk. Naar mijn gevoel had ik in 2016 de goeie benen en wat geluk.”

Terpstra: “Het is geen normale finish, dus je moet opletten dat je aan de onderkant niet ingesloten raakt. Ervaring met baanwielrennen kan een klein voordeel opleveren. Als zo’n piste niet vreemd aanvoelt, is dat een fijner gevoel.”

Dit is een heel sterk bezette Parijs-Roubaix. Wie verwachten jullie?

Hayman: “Wout, Mathieu en Mads zijn mijn drie topfavorieten. Pogacar zet ik daar niet bij zolang hij het in Roubaix niet bewezen heeft.”

Terpstra: “Ik heb drie favorieten: Pedersen, Philipsen en Van der Poel. Pedersen omdat hij in supervorm is en omdat hij in de Ronde alleen op de steile klimmetjes tekortkwam. Bij Van der Poel hoef ik geen uitleg meer te geven. En Philipsen omdat dit een klassieker is die enorm goed bij hem past, omdat hij met Mathieu een fantastische ploegmaat heeft en omdat hij deze winter specifiek voor de klassiekers heeft getraind. Als outsiders denk ik aan Filippo Ganna, Joshua Tarling en Laurenz Rex. Die laatste rijdt vaak goed in Roubaix.”

Hayman: “Veel toppers zijn in topvorm, maar er zitten in het peloton nog tien tot vijftien renners die denken kans te maken. Om de zoveel jaar heb je in Parijs-Roubaix iemand die verrast: Knaven, Bäckstedt, O’Grady, Vansummeren, ik…”

Terpstra: “Het wordt een zenuwachtige dag. De wind zal de hele dag in de rug blazen en op de belangrijke stroken in de finale op de kant staan. Ik verwacht een spektakel.”