Voormalig triatleet Marc Herremans: “Ik hoef geen sport om gelukkig te zijn”
Op 28 januari 2002 komt triatleet Marc Herremans zwaar ten val op trainingsstage in Lanzarote. Hij raakt verlamd van borst tot teen. Zijn leven zou voorgoed veranderen, zijn dromen niet. De Ironman in Hawaii winnen, de onmenselijke Crocodile Trophy uitrijden en papa worden, de drie puntjes op zijn bucketlist, die wou én zou hij ook vanuit zijn rolstoel realiseren.
We hebben afspraak bij Marc Herremans (42) thuis in de Kempense gemeente Wuustwezel. Hij straalt. “Ik ben één van de gelukkigste mensen ter wereld, dankzij mijn kinderen Anne-Lou (4) en Sue (1). Na dat ongeluk zat ik in een andere flow, ik wou absoluut mijn bucketlist afwerken. Die verlamming zou me niet tegenhouden. Dan ben je puur met jezelf bezig. Maar als je kinderen krijgt, verandert dat. Toen Anne-Lou ter wereld kwam, heb ik de essentie van het leven ontdekt. Ik wist niet wat dat was, huilen van geluk. Huilen van pijn en verdriet, ja, dat kende ik maar al te goed. Maar toen heb ik twee dagen gehuild van intens geluk. Ik hoef geen sport om gelukkig te zijn, weet ik nu.”
Je hoeft dat niet méér?
Vóór mijn ongeval deed ik supergraag triatlon, vooral het lopen. Maar dat viel weg. Nadien heb ik geen plezier meer beleefd aan mijn sport. Dat besef ik nu pas goed. Ja, ik wou Hawaii nog winnen, omdat ik niet wou dat dat ongeval mijn dromen zou breken. Maar ik deed dat niet graag, dat wheelen (rolstoel tijdens marathon, red).
Je was ook blij dat je uit die wereld weg was, zei je onlangs.
(blaast) Er heerst zoveel jaloezie. En ergens is dat te begrijpen. Wie in de media komt, kan sponsoring krijgen. Anderen niet. Maar de plekken zijn duur. Bij valide sporten krijgt ook de nummer acht aandacht, bij mindervalide sporten niet. In Hawaii was er iemand die zijn knieschijven liet uithalen om aerodynamischer in zijn wheeler te zitten. Anderen hielden hun plas op om een hogere bloeddruk te creëren. Dat is niet mijn filosofie. Daarom ben ik blij dat ik uit die wereld weg ben.
Stelt je oudste dochter geen vragen over je rolstoel?
Nee, eigenlijk niet. Die heeft natuurlijk nooit anders geweten. Ik probeer haar wel uit te leggen dat papa’s rug kapot is. Dat is niet erg, zegt ze dan, Maya De Bij zal dat wel weer maken. (lacht) Je voelt wel dat andere mensen zich afvragen of dat lukt, het vaderschap vanuit een rolstoel. Maar ik kan hen geruststellen. Mijn vriendin, die psycholoog is, moet vaak ’s avonds werken, en dan maak ik eten voor de kinderen, stop hen in bed en bad. Dat lukt allemaal perfect.
“Het belangrijkste is een passie te hebben in het leven.”
Wat doe jij vandaag professioneel?
Mijn belangrijkste bron van inkomsten zijn mijn lezingen wereldwijd. We hebben ook ons eigen coaching center 185 (naar zijn rugnummer, red) waar we recreanten en topsporters professioneel begeleiden. Ik heb een veldrit-, een triatlon- en een BMX-team. En verder zet ik me nog steeds hard in voor mijn foundation To Walk Again.
Is het je filosofie om zoveel mogelijk mensen aan het sporten te krijgen?
Neen, niet echt. Sommige mensen hebben dat wel. Als je die bezig hoort, lijkt het wel alsof je een crimineel bent als je niet aan sport doet. Weet je, als mensen gelukkiger zijn met een andere passie, schilderen, muziek of wat dan ook, dan is dat even goed. Het belangrijkste is een passie te hebben in het leven.
Waar is die extreme gedrevenheid van vroeger naartoe?
(lacht) Hoewel mijn moeder zegt van niet, denk ik wel dat dat ongeval mij veranderd heeft. Ik heb dat altijd gezien als een tweede kans, iets wat vele anderen niet krijgen. Ik heb leren relativeren, ik maak mij nog zelden druk in iets. Only control the controllable, dat is een belangrijke les die ik geleerd heb. Alleen de dood is onomkeerbaar, uit alle andere tegenslagen kan je iets goed halen. Een trofee of in the picture staan, wat betekent dat? Je familie, je kinderen, je vrienden, die maken je geluk.
Waarom ben jij met triatlon begonnen?
Als kind wou ik motorcrosser worden. Later ben ik beginnen boksen, geïnspireerd door de film Rocky. Vanaf mijn zestiende trainde ik echt extreem hard, urenlang op de zolderkamer. Maar bij de para’s ontdekte ik dat een close combat niets voor mij was. Dat trainen als een gek was op mijn lijf geschreven, maar dat vechten zat niet in mijn genen. Ik was al in de twintig toen ik beelden zag van de Ironman in Hawaii. Ik raakte gefascineerd door dat extreme gevecht die triatleten leveren met tegenstanders en vooral natuur. Ik wou in iets de beste zijn, en ik voelde dat triatlon wel eens mijn ding zou kunnen zijn.
Waarom wou je dat?
Ik denk dat dat te maken heeft met mijn jeugd. (zwijgt even) Op school kregen de goede leerlingen een snoep van de leraar, de anderen een saflet. Ik zat steevast in die tweede groep. Ik was de domme. Ik vond dat zo onrechtvaardig. Verdien je een mep omdat je niet zo snel leerstof verwerkt als anderen? Toen is er iets veranderd in mij. Elk kind heeft een kroontje, alleen moet je dat vinden. Ik wist dat ik mijn kroontje zou vinden in de sport.
In 2006 maak je je droom waar, je wint Hawaii. Toch noem je dat niet je mooiste moment in je carrière?
Neen, omdat dat niet mijn droom was. Ik was een sport aan het beoefenen die ik niet graag deed. Winnen bij de valide sporters was mijn droom. Dan zou ik getoond hebben dat ik ook een kroontje heb, dat die leraars fout waren. In 2001 werd ik er zesde. Toen was ik daar blij mee. Ik was ervan overtuigd dat ik het jaar nadien wel zou winnen. Die kans heb ik helaas nooit gekregen.
In 2007 rijd je als eerste handbiker ooit de onmenselijke Crocodile Trophy (10 dagen, 1.400 km) uit in de Australische outback. Was dat verantwoord?
Neen. Dat kon ook anders afgelopen zijn. Ik heb daar de dood in de ogen gezien. Ik ben nadien maanden ziek geweest. Ik was nochtans gewaarschuwd, zelfs door de organisator. Maar ik wou er niet van weten. Dat ongeval zou mijn bucketlist niet doorkruisen, ik zou die Crocodile Trophy uitrijden.
Je zet er wel je andere ambitie, vader worden, mee op het spel?
(knikt) Als ik een gezonde papa wou worden, moest ik stoppen. Nadien besefte ik dat wel. Ik heb een jaar later nog deelgenomen aan Hawaii, maar er was iets gebroken in mij. Het was genoeg geweest.
“De boodschap die onze maatschappij aan mindervaliden geeft, is: zeg dat je niets meer kunt, pak je uitkering en doe vooral niets terug voor de gemeenschap.”
In diezelfde periode word je veroordeeld voor uitkeringsfraude.
(pikt in) Fraudeur, stond er op de eerste bladzijde van de gazet. Veroordeeld tot acht dagen gevangenis. Ik heb al mijn uitkeringen moeten terugbetalen. (zucht) En waarom? Ik deed terug triatlon en zette me onvoorwaardelijk in voor mijn foundation en andere mindervaliden. En plots sta je daar, 33 jaar, je hebt niets meer, je woont nog bij je ouders, en je bent een fraudeur in de ogen van velen. Mijn vader, die twee jaar geleden gestorven is, heeft dat nooit kunnen plaatsen. We zijn nu bijna tien jaar later, en het systeem is nog altijd niet veranderd. De boodschap die onze maatschappij aan mindervaliden geeft, is: zeg dat je niets meer kunt, pak je uitkering en doe vooral niets terug voor de gemeenschap. Het is zelfs zo erg dat veel mindervaliden niet durfden meespelen in de film ‘To Walk Again’ uit vrees hun uitkering kwijt te spelen.
Durf jij hopen ooit weer te kunnen stappen?
O ja, ik ben een positieve mens. Vroeg of laat komt er voor alles een oplossing. Ik krijg vaak te horen dat ik ook anderen valse hoop geef, maar wat ben je nog als je niet meer mag hopen of geloven?
Het sportrapport van Marc Herremans
Als kind was mijn idool …
Duran Duran. (lacht)
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Thomas Van der Plaetsen, indrukwekkend hoe die terugkeert van kanker. Ook voor paralympiërs Peter Genyn en Laurens Devos heb ik een boontje.
Mijn mooiste sportmoment?
Winst in de superprestige van Middelkerke eind jaren negentig. Toen wist ik: ik kan iemand worden in triatlon, en niemand zal mij stoppen.
Mijn grootste ontgoocheling?
Zesde in Hawaii in 2001. Dat bleek achteraf gezien mijn enige kans op een podium in Hawaii als valide atleet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier