Peter Van Petegem over Vlaanderens Mooiste: “De Ronde winnen verandert je leven”
Met twee overwinningen en maar liefst vijf podiumplaatsen is Peter Van Petegem één van de grootheden in de geschiedenis van de Ronde van Vlaanderen die vandaag honderd kaarsjes uitblaast. Vooral die ene legendarische editie, waar de Peet in de sprint godenkind Frank Vandenbroucke en Johan ‘de leeuw’ Museeuw klopt, staat in het collectief geheugen gegrift. De 46-jarige ‘Zwarte van Brakel’, die ook Parijs-Roubaix op zijn palmares heeft, is vandaag verzekeringsmakelaar.
Al van dag één na zijn afscheid van het wielerpeloton eind 2007 verkoopt Peter Van Petegem verzekeringen. “Het was een goede vriend van mij, Geert Labiau, die me overtuigde om samen met hem ProAssur op te starten. Hij had ervaring in de sector, ik kon nieuwe deuren openen, bijvoorbeeld naar de sportwereld toe. We zouden ons toeleggen op nichemarkten, zoals zware ongevallen in de sport. In mijn tijd kon je je moeilijk verzekeren daarvoor. Dit jaar is ons bedrijf opgegaan in Concordia, een groter bedrijf met meer mogelijkheden. Ik blijf de link met de sport.”
En zo moet jij nu in maatpak rondlopen.
(lacht) Laat ons zeggen dat ik een sportieve makelaar ben. Een das doe ik zelden aan. Een kostuum is wel eens mooi, maar een jeans kan dat eveneens zijn.
Nochtans zei je op het einde van je carrière dat je liefst in de wielerwereld actief zou blijven.
“Ik was gecharmeerd door het aanbod om bondscoach te worden.”
Is er geen plaats voor een monument als jij?
Mja, dat blijkt niet evident te zijn. Je hebt ook niet veel mogelijkheden. Je kan ofwel ploegleider worden ofwel mikken op een managementfunctie. Maar de plaatsjes zijn duur. Er zijn amper twee à drie ploegen in België.
Vele ex-renners doen iets in de public relations.
VIP-chauffeur spelen, bedoel je. Ik zie dat niet als een job.
Je zei in Humo wel dat je bondscoach kon worden.
(knikt) Er zijn gesprekken geweest vorig jaar. Maar dat bleek niet evident voor mij. Ten eerste zat ik met de overname van mijn bedrijf. En ten tweede zou het niet zomaar zijn om je een weekje vrij te houden. De nationale ploeg heeft een drukke agenda dit jaar: de Europese kampioenschappen, de Olympische Spelen en het wereldkampioenschap. Je zou je drie of vier maanden moeten kunnen vrijmaken. Dat leek me moeilijk. (zwijgt even) Ik was wel gecharmeerd door het aanbod. Ik ben nog altijd een sportman in hart en nieren. De wielerwereld heeft mij groot gemaakt: het zou spijtig zijn mocht ik nu zeggen dat ik er een degout van heb.
Op welke vraag zou je wel ja zeggen?
Dat is moeilijk. Ik zit nu acht jaar in de verzekeringen, ik kan dit schip niet verlaten voor om het even wat, om pakweg ploegleider te worden van een kleine ploeg. Maar goed, zelf een team managen, een ploeg opbouwen, dat zou ik liefst van al doen. Alleen voor zo’n droomproject zou ik het bedrijf verlaten.
Wanneer wist jij dat je het kon maken als wielrenner?
Toen ik 18 was. Mijn ouders drongen aan om licentiaat LO te studeren. Of industrieel ingenieur. Ik heb heel bewust voor het minder zware regentaat LO gekozen. Ik wou koersen. Na een jaar was ik al gestopt met studeren. Gebuisd. (lacht) Dan moet je keuzes maken. Ik ben één jaar in het leger gegaan, en heb me daarna volledig toegelegd op de koers.
Jouw naam zal voor altijd verbonden zijn aan de Ronde van Vlaanderen. Heeft die speciale relatie alleen te maken met je overwinningen? Of is het meer dan dat?
Als je hier niet wint, kan je die relatie niet hebben. Ik ken renners die verschillende keren op het podium stonden, maar waarover niemand nu nog spreekt. Maar de Ronde is natuurlijk meer dan een gewone wedstrijd. Als je de Ronde wint, verandert dat je leven. Alleen al de wereldwijde media-aandacht. Dit wordt live uitgezonden in 120 landen. Je wordt plots een idool voor heel veel mensen. De Ronde is een monument, een mythe. Het is belangrijker dan Pasen. Hoeveel mensen staan hier niet langs de kant? Ze laten er hun vakantie voor. Enkel de Ronde van Frankrijk evenaart dat.
Heb je hier ook je mooiste momenten beleefd?
Mijn eerste echt mooie moment was de Scheldeprijs winnen in 1994. Dan wist ik zeker dat ik een klassieke renner zou zijn. Maar goed, het allermooiste was natuurlijk die eerste Ronde van Vlaanderen winnen. Dat was in 1999. De eerste keer is altijd de mooiste keer.
Met Vandenbroucke op twee en Museeuw op drie: dat maakt het nog legendarischer.
Achteraf bekeken wel, ja. Op het moment zelf maakt het niet uit tegen wie je wint. Maar ik zie ook dat die editie overal tot de tien meest legendarische Rondes gerekend wordt. Dat heeft natuurlijk te maken met dat mooie podium. Frank was toen al meneer Vandenbroucke. Hij is één van de sterkste renners die ik gekend heb. Hij heeft daar een inspanning geleverd die weinigen hem kunnen nadoen.
“De Ronde is een mythe. Enkel de Tour evenaart dat.”
Lieten Museeuw en jij hem niet terugkomen?
Alleszins niet bewust. Toen we bovenkwamen op de Muur en naar de Bosberg reden, hadden wij geen zicht op wie achter ons kwam of hoe dicht die zat. Wij hadden geen oortjes zoals nu, hè. Op de Bosberg deed Frank een fenomenale inspanning. Let op: het was voor ons zeker niet slecht dat hij erbij kwam. De rest is daarna blijven hangen.
Heeft de Ronde aan glans verloren sinds de Muur uit het parcours geschrapt is?
(blaast) Dat is moeilijk. De Muur was tientallen jaren scherpschutter. Wie daar als eerste bovenkwam, won. Ik heb mijn carrière gemaakt op de Muur en op de aankomstplek in Meerbeke. Maar goed, er spelen ook commerciële belangen mee. Er is een discussie geweest met het VIP-evenement op de Muur. Dat is geëscaleerd. Ik weet dat Wouter (Vandenhaute, oprichter van organisator Flanders Classics, red) een echte businessman is en over lijken durft gaan. Maar kijk, voor de renners maakt dat geen verschil uit. De Ronde blijft de Ronde, een monument. En het zijn geen pannenkoeken die de laatste jaren winnen, hè. Dus ja.
Heb jij alles uit je carrière gehaald?
Ik denk dat wel. Toen ik vijftien was, zou ik getekend hebben voor dit palmares. Natuurlijk kon ik meer gewonnen hebben. Ik kon ook meer verloren hebben. Je wint eens met geluk en je verliest eens als je de beste bent. Globaal gezien denk ik dat ik gescoord heb in de wedstrijden waarin ik kon scoren.
Je bent nooit wereldkampioen geworden. Zie je dat niet als een gemis?
Jawel, dat wel. Zeker als klassiek renner. In 1998 in Valkenburg had ik echt kunnen winnen. Dat was een tactisch spel. Je merkt één seconde twijfel. En Camenzind demarreert.
Hoe ga je vandaag de honderdste Ronde beleven?
Ik ben chauffeur van koersdirecteur Wim Van Herreweghe, een goede vriend. Ik help hem waar ik kan in zowel de Omloop als de Ronde. Omgekeerd is het goed voor mijn business. Je kan er contacten leggen met renners en ploegen. Achterin de wagen zit vaak een politicus.
Wie verwacht je vooraan in de koers?
Veel toeschouwers gunnen Cancellara die vierde overwinning, maar ik heb een boontje voor Van Avermaet. Ik denk dat hij er klaar voor is. En vergeet Sagan niet, hij is de derde kanshebber.
Hoe is het trouwens met jullie B&B Le Pavé in Horebeke?
Niet zo goed: we stoppen binnenkort. Dat was vooral mijn vrouw haar ding. Maar zij heeft rugproblemen. De uitbating en alles wat erbij komt kijken zijn te zwaar geworden. En ik ben niet bekwaam om dat te doen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier