Tim Wellens begon zijn seizoen gisteren in Murcia, maar alles moet wijken voor het grote plan: “De Tour met een ploegmaat winnen, moet heel speciaal zijn”
Gisteren opende Tim Wellens zijn dertiende seizoen bij de profs met de Ronde van Murcia. Hij reed er meteen naar een derde plaats. Morgen rijdt de 32-jarige Limburger van UAE Team Emirates de Clasica Jaén, maar wat later dit seizoen volgt, is veel belangrijker. “De Tour met een ploegmaat winnen, moet heel speciaal zijn.”
37,8 %. Het lijkt een onbenullig getal, maar dat is het niet. Sinds 1 juli 2012, de dag waarop hij prof werd, was Tim Wellens goed voor 37 overwinningen. Veertien daarvan (of 37,8 %) behaalde hij tussen 27 januari en 22 februari. Toeval? Aan de andere kant van de lijn, in Monaco, horen we een glimlachje. “Onlangs vroeg mijn ex-coach Paul Van Den Bosch aan de telefoon hoe het met me ging. Ik antwoordde dat het de bedoeling is om dit jaar later in vorm te zijn. Maar evident is dat voor mij niet. Ik ben immers altijd gemotiveerd om te fietsen. Als er op mijn schema een training van vier uur staat, doe ik altijd een klein beetje meer. Dat is een kwaliteit, maar tegelijkertijd een nadeel. Intussen weet ik dat ik mezelf soms moet intomen. En misschien verloopt 2024 sowieso anders. Eind december kreeg ik corona en in januari had ik last van een voedselvergiftiging. Onlangs stuurde een collega-renner me dat ik eigenlijk af en toe eens een week niet mag fietsen. (grijnst) Ik heb hem een berichtje gestuurd dat zijn wens uitgekomen is.”
Morgen wacht al meteen een mooie wedstrijd: de Clasica Jaén, zeg maar de Spaanse Strade Bianche. Als ik me niet vergis, is de Strade jouw favoriete koers.
(knikt enthousiast) “Er is wel een groot verschil tussen Jaen en Strade. In Italië rijden we ook bergaf over gravel, in Spanje niet. Dat maakt op technisch vlak een groot verschil. Met mijn achtergrond als mountainbiker (als junior nam Wellens deel aan het WK crosscountry, red.) doe ik dat graag: geen cols van 20 kilometer, maar wel voortdurend bergop en bergaf over gravel. Alleen zal ik dit jaar in de Strade Bianche niet voor eigen rekening rijden, want één van mijn ploegmaats is de beste renner ter wereld. Door de aanwezigheid van Tadej (Pogacar, red.) is het wel realistisch dat ik de finale zal rijden. Ook dat kan mooi zijn. Daarom was ik vorig jaar zo ontgoocheld na de E3 in Harelbeke. Omdat Tadej voorop reed, had ik me in het eerste achtervolgende groepje kunnen wegstoppen. Alleen zat ik daar niet in. Als ploegmaat van zo’n renner de klassiekers kunnen rijden, is een enorm voordeel. (glimlacht) Ik hoop dus dat Tadej in de toekomst weer de Vlaamse koersen zal rijden.”
Opmerkelijk: als ik jouw interviews van de voorbije tien jaar lees, valt het op dat je ambitie voor de Vlaamse en Waalse klassiekers geregeld veranderd is.
(knikt) “Soms was dat ook voor mij confronterend, omdat ik mezelf tegensprak. In het begin van mijn carrière dacht ik enkel aan de Waalse koersen. Daar trainde en koerste ik als jeugdrenner wekelijks. Mijn hart ligt dus bij de Ardennenklassiekers, maar nu, tien jaar later, kan ik zeggen dat ik niet de kwaliteiten heb om Luik-Bastenaken-Luik te winnen. In zo’n koers is het vermogen per kilogram lichaamsgewicht te belangrijk.”
Tom Boonen zag in jou een kandidaat-winnaar in Vlaanderen.
“Ik zal nu niet zeggen dat ik de Ronde kan winnen, maar feit is dat gewicht in die koers minder van tel is. Wel positionering, één van mijn grootste kwaliteiten. In de loop der jaren ben ik ook de geweldige sfeer in de Vlaamse koersen meer beginnen te appreciëren, al houd ik minder fijne herinneringen over aan vorig jaar (toen Filip Maciejuk een massale crash veroorzaakte en Wellens ten val kwam, red.). Mijn sleutelbeen was geëxplodeerd. Drie dagen later zat ik nog van de pijn te kermen en zelfs nu voel ik het soms nog wanneer Victor (zijn zoontje van 1,5, red.) me vastneemt. Ik zal de rest van mijn leven met die crash geconfronteerd worden.”
Ik hoop dat Tadej in de toekomst weer de Vlaamse koersen zal rijden”
Nog opmerkelijker: je rijdt in april jouw allereerste Parijs-Roubaix, de wedstrijd waarvan je vroeger zei dat je er nooit wilde starten.
(grijnst) “Ook voor mij is dat een kleine verrassing, maar er zijn bij UAE niet zoveel renners om in Roubaix te rijden. Onlangs zei iemand dat ik me net voor de eerste strook maar beter in de bosjes kan verstoppen, zodat ik mijn leven niet hoef te riskeren. Die strook waar ze aan 60 kilometer per uur naartoe rijden en waar Van Baarle vorig jaar zijn hand brak, hoe heet die ook alweer? Juist, het Bos van Wallers. (lacht) Ik ben benieuwd…”
Iets helemaal anders: jouw bucketlist. Je wil een rit in elke grote ronde winnen. In de Giro en Vuelta won je al etappe, in de Tour nog niet. Hoe hard houdt dit jou bezig?
“Sowieso wil ik op die lijst terechtkomen. Ik heb enorm veel respect voor zij die er al op staan. Sinds mijn overstap naar UAE heb ik mijn plannen wel wat in de koelkast moeten stoppen. In 2024 wil ik de Tour winnen met een ploegmaat, wat ook heel speciaal moet zijn. Wout Poels vertelde me dat de Champs-Elysées oprijden met de winnaar van de gele trui één van de vijf mooiste herinneringen uit zijn carrière is. Dat is een uitspraak van een winnaar van Luik-Bastenaken-Luik. Dat zegt veel.”
Jij moet dit jaar niemand minder dan Tadej Pogacar aan Tourwinst helpen.
(knikt) “Het is één van de redenen waarom ik bij UAE getekend heb. Ik ken mijn kwaliteiten en weet wat ik kan en niet kan. Geloof me, als je met UAE op stage bent en met een renner als Pogacar traint, denk je niet aan je eigen winstkansen. Weet je wat mij het voorbije jaar het meest opgevallen is? Dat Tadej zo gewoon is. Hij heeft helemaal niets van kapsones en staat met de voetjes op de grond. Het is niet omdat hij de Tour gewonnen heeft en de beste renner ter wereld is dat hij denkt beter te zijn dan anderen. Hij heeft trouwens ook een heel goed gevoel voor humor.”
Beste renner of niet, feit is dat Jonas Vingegaard de voorbije twee jaar de Tour gewonnen heeft.
“In het leven moet je soms keuzes maken. Het is niet omdat Tadej dit jaar ook de Giro zal rijden dat hij de Tour niet kan winnen. Misschien pakt die combinatie goed uit, maar misschien ook niet. Hij moet dat zelf uitzoeken.”
Net na je overstap naar UAE, een jaar geleden, las ik dat je anders moet trainen op vlak van vermogen: veel meer in zone twee. Is dat hoge tempo de nieuwe trend in het peloton? Tijdens de voorbije twee Tours legde Jumbo-Visma in de zware bergritten vanaf de start zo’n strak tempo op dat iedereen tegen de finale afgemat was.
“Een strak tempo in de Tour is zone vier, hoor. (glimlacht) Maar misschien speelt het wel een rol. Ik ken de theorieën van Jumbo (nu Visma-Lease a Bike, red.) niet. Los daarvan had ik in het begin vraagtekens over die zone twee, maar ik ben er goed mee. Wanneer ik thuiskom, voel ik dat ik getraind heb. Mijn wattages tijdens zulke trainingen? Dat gaat al snel over een Normalized Power van 300-310 watt over vijf uur.”
Tien jaar geleden at je tijdens de Giro nog elke dag boterhammen met Nutella als ontbijt. Nu doe je dat niet meer, veronderstel ik. Hoe heb jij die professionalisering in de wielersport ervaren?
“In deze periode van het jaar en tijdens de Tour zal je Nutella niet meer zien, maar tegen het einde van het seizoen wel, zeker bij renners die er mentaal door zitten. (korte stilte) Er zijn de laatste jaren zoveel veranderingen geweest. Beter materiaal. Betere aerodynamica. En de laatste tijd is het vooral voeding die het verschil maakt. Met al die nieuwe kennis zou ik tien jaar geleden veel meer koersen gewonnen hebben en was ik zelfs Belgisch kampioen tijdrijden geworden. Maar wat voor mij geldt, geldt natuurlijk ook voor andere renners.”
Victor Campenaerts sprak onlangs in een interview over de aanmaak van mitochondriën, de energiebron in lichaamscellen. Pogacar en Vingegaard ontwikkelen blijkbaar de meeste mitochondriën, dus wil Campenaerts daar ook op trainen.
“Onze trainer van de ploeg, Inigo San Milan, praat daar ook altijd over. Het komt op hetzelfde neer als die zone twee. Hij maakt daar goeie video’s over en zet die op YouTube, met alle details van zijn theorie erbij. Je moet zo dicht mogelijk tegen de aerobe drempel trainen om de basisconditie zo hoog mogelijk te krijgen.”
Sinds mijn overstap heb ik mijn plannen wel wat in de koelkast moeten stoppen”
Toen je eind 2022 van Lotto naar UAE ging, zei je ex-teammanager Marc Sergeant dat je in België na al die jaren nog altijd een onderschat renner bent. Ben je het met hem eens?
“Zo zie ik dat niet echt. Ik voel me geapprecieerd door de mensen die een waarde voor mij hebben. Als mijn baas bij UAE zegt dat ik mijn job goed uitgeoefend heb, ben ik tevreden. Als iemand op straat het tegendeel beweert, is dat niet zo belangrijk. Het is een grote luxe dat het bij UAE puur om performance draait. Het enige wat telt, is presteren.”
Sergeant zei ook: “Ik weet hoeveel topteams naar hem geïnformeerd hebben.”
(knikt) “Ik denk dat ik kan rijden voor elke ploeg waarvoor ik wil rijden. Het enige probleem is het loon. Niet elk team heeft de financiële middelen om knechten goed te betalen. Begrijp me niet verkeerd. Ik kijk niet enkel naar het geld, maar het is wel makkelijker om in dienst te rijden als je goed betaald wordt.”
Je won al 37 profkoersen, waarvan 17 in de WorldTour. Er zijn niet zo veel renners die dat kunnen zeggen.
“Daar ben ik ontzettend fier op. Een andere mooie statistiek is dat ik al elk jaar minstens één koers heb gewonnen. Natuurlijk zou ik graag een Monument of een rit in de Tour winnen en natuurlijk zal ik daar de komende jaren mijn uiterste best voor blijven doen, maar ik kijk nu al met veel fierheid terug op mijn carrière.”
Tom Boonen was erbij toen je in 2015 de GP Montréal in Canada won. Hij zei daarover: “Wellens stak er die dag echt bovenuit. Dan denk je van: allez Tim, waarom kun je dat nu niet in april? In Luik bekampt hij toch dezelfde concurrenten als in Canada?”
“Ik trapte in Montréal mijn hoogste wattages ooit. Vorig jaar stond ik er opnieuw aan de start en de renner die in 2015 tweede werd, is nu mijn ploegmaat: Adam Yates. We waren bezig over 2015. Adam vertelde me dat het op vlak van fysieke waarden de zwaarste koers is die hij ooit gereden heeft. Ik moet toegeven dat die zege in Canada na al die jaren een heel speciale waarde voor mij heeft.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier