Voormalig zwemkampioene Brigitte Becue: “Ik had genoeg van die bekrompen zwemwereld”

Brigitte Becue is de beste Belgische zwemster aller tijden. In de jaren negentig reeg ze medailles aaneen op Europese en wereldkampioenschappen. Alleen Olympisch eremetaal ontbreekt. Na haar carrière werd ze coach bij de federatie. Dat zou geen geslaagd huwelijk worden. Sinds januari is de 43-jarige West-Vlaamse, die in het Vlaamse-Brabantse Huldenberg woont, aan de slag bij het online onderzoeksbureau iVox. Van een carrièreswitch gesproken.

Wat ze er doet, bij iVox? Dat levert niet het makkelijkste antwoord op. Simpel samengevat: de tweevoudige sportvrouw van het jaar (1994, 1995) is er de link met de sport- en mediawereld. Haar officiële titel: marketing manager Sports & Health. Hoe ze er terecht kwam? Zonder voorhistorie. Een vacature. Een sollicitatie. Et voilà. BB zat al even zonder werk. Een bewuste keuze. Begin vorig jaar verloor ze haar moeder, met wie ze een heel nauwe band had, na een korte, onmogelijke strijd tegen kanker. Ze kwam net uit een scheiding. Ze wou tijd voor zichzelf en voor Nicholas, haar zoontje van drie, haar oogappel. Eind vorig jaar krabbelde ze weer recht.

Of ze het werk graag doet? “Ik ben net begonnen, maar ik vind het ongelooflijk boeiend. Ik smijt me honderd procent, zoals ik altijd doe. Kijk, de mooiste job ter wereld, die heb ik al uitgeoefend. Dat is zwemmen. Ik dacht dat coachen de tweede mooiste zou zijn. Maar dat is mij blijkbaar niet gegund. Het was tijd voor iets anders. Ik had genoeg van die bekrompen zwemwereld. Dit moet mij wel liggen. Ik wil niet stoefen, maar ik ben niet dom.”

“Ik verdiende meer respect.”

Becue was zwaar ontgoocheld toen ze in de zomer van 2014 aan de kant gezet werd door de Vlaamse zwemfederatie, en enkele maanden later door de Franstalige. “Vooral in de manier waarop. Ze wrongen zich in allerlei bochten. De ene keer waren de resultaten niet goed, de andere keer was het mijn communicatie. (fel) Wees op zijn minst rechtuit, denk ik dan. Zeg de waarheid. Ik heb zes jaar voor de Vlaamse federatie gewerkt. Ik verdiende meer respect.”

Wat was de echte reden?
Ik had ambitie, en sommigen vinden dat niet leuk. Ik wou coach worden van de senioren, ik steek dat niet weg. Ik had resultaten geboekt met de jeugd, en ik voelde dat ik dat ook met de senioren zou kunnen. Maar er is maar plaats voor twee hoofdcoaches (vandaag Ronald Gaastra en Rik Valcke, red). Men wou mij er niet bij. Misschien ben ik te recht voor de raap? Of heb ik te veel een eigen wil? En past dat niet in de zwemwereld. (fel) Maar zeg dat dan zo. En kom niet af met leugens. Als ik die verhaaltjes hoor, dan denk ik: ze kunnen allemaal de boom in.

Zegt dat iets over de zwemsport in ons land dat ze iemand als jij niet aan boord kunnen houden?
Ervaring en wijsheid van ex-topsporters worden niet benut. In die zes jaar tijd heeft niemand ooit gevraagd: ‘Brigitte, hoe deed jij dat in jouw tijd’. Maar dat is niet alleen in het zwemmen zo. Dat is spijtig. Je hebt een vreemde sportcultuur in België. Of eigenlijk geen. Vijf jaar geleden gunde iedereen AA Gent de titel, vandaag wil iedereen hen zien afgaan.

Mis je het niet?
Momenteel niet, neen. Ik vind het goed om in een andere omgeving te werken. Ik ben trouwens allergisch geworden voor chloor.

Pardon?
Echt waar. Dat is blijkbaar een gevolg van mijn zwangerschap.

“Als ik op de Spelen in Atlanta niet ontdek dat mijn vriend Stefaan Obreno een ander had, pak ik zeker twee medailles”

Jij was amper 15 toen je naar Seoel mocht, je eerste Spelen. Hoe heb je dat beleefd?
Je moet eens kijken naar foto’s van toen. Ik lijk amper 12. En dat moet je vergelijken met de Oost-Duitse zwemsters. Iedereen vroeg mij of ik turnster was. (lacht) Ik was minder onder de indruk dan gehoopt. Op de openingsceremonie dacht ik: is het dat maar. Ik heb dat heel nuchter beleefd. Dat is misschien normaal voor iemand van 15. Of is dat typisch voor een West-Vlaming? Ik ben zo opgevoed. Zweven zat er niet in bij ons thuis.

Kon je er aan de verleiding van de discotheken weerstaan?
Ik ben één keer mee geweest met andere zwemsters, en de dag nadien kreeg ik al bezoek van de hoge heren van het BOIC. ‘Jij bent vannacht om drie uur in het stadsleven gesignaleerd’, zeiden ze. Dat mocht niet. Tenzij je ouders schriftelijk toestemming gaven. Maar de mijne waren in de Malediven op vakantie. (lacht) Van email of sms was toen nog geen sprake.

Moest jij je niet focussen op je sport?
Dat was in de tweede week, hè. Dat is het voordeel van zwemmen: je competitie vindt al plaats in de eerste week. Let op: ik was geen grote uitgaander. Ik was wel speels en naïef, maar ik dronk geen druppel alcohol.

Olympisch eremetaal is het enige wat ontbreekt op je palmares. Akkoord dat het in Atlanta 1996 had moeten gebeuren?
(knikt) Ik behoorde toen al drie jaar tot de top-drie van de wereld. Ik durf dat zeggen. Je voelt al op voorhand dat je een wedstrijd gaat winnen. Dat heb ik het jaar voordien ook bewezen op het EK. Dat gevoel onoverwinnelijk te zijn: dat is onbeschrijflijk. Dat maak je als sporter niet vaak mee. Ik was top. In Atlanta moest het gebeuren. Maar ik was een mentaal wrak. (zwijgt)

Door problemen met je vriend én trainer Stefaan Obreno.
Ik weid daar niet graag over uit. Sommige mensen doen daar lacherig over. Dat kan geen invloed op je prestaties hebben, zeggen ze.

Wat is er gebeurd?
In volle voorbereiding kwam ik erachter dat hij een ander had. Ik zat emotioneel aan de grond. Ik kom soms over als een koele kikker, maar dat ben ik niet. Ik trainde dagelijks vijf, zes uur, maar kreeg amper twee boterhammen door mijn keel. (zwijgt even) Als dat niet gebeurd was, pak ik twee medailles. Dat denk ik echt. Welke kleur weet ik niet. Al zou goud waarschijnlijk te hoog gegrepen zijn. Nu is dat een pijnlijke leegte op mijn palmares. En je wordt daar om de vier jaar mee geconfronteerd.

Waarom deed je verder met hem als trainer?
Omdat ik niet direct iemand zag die beter was. Maar dat was niet makkelijk, neen. Weet je wat ik denk als ik nu terugblik? Dat ik altijd iemand gemist heb als José De Cauwer. Of Jean-Marie Dedecker. Dat zijn mensen die je net dat tikkeltje extra geven op beslissende momenten, die je net dan nog eens vijftien procent sterker maken.

“De VRT verkiest twee commentatoren die het in mijn ogen helemaal niet goed doen”

Is de huidige generatie-Croenen-Timmers-Lecluyse zo sterk als de generatie-Deburghgraeve-Becue-Maene?
Neen. Dat zijn goede zwemmers, maar niet zo goed als onze generatie. Er zit bijvoorbeeld geen Fred tussen. Ze moeten het nog allemaal bewijzen. Oei, heel België zal nu op mijn kap zitten.

Iemand met jouw staat van dienst mag toch haar mening geven?
(bedachtzaam) Croenen had volgens mij al verder moeten staan. Kijk naar zijn resultaten bij de jeugd: wereldklasse. Wat hij nu doet, vind ik maar normaal. Fanny (Lecluyse, red) heeft nu wel een grote sprong gemaakt. Die twee maken de meeste kans op individuele medailles op grote kampioenschappen.

Nu al op de Spelen in Rio?
Ik hoop dat ze beiden een finale halen.

In juni vorig jaar gaf jij commentaar voor sportzender Sport10 bij de Europese Spelen. Is dat voor herhaling vatbaar?
Graag, maar ook dat wordt mij niet gegund.

Hoe bedoel je?
Dat moet je aan de bazen van de VRT vragen. Zij verkiezen twee anderen die het in mijn ogen helemaal niet goed doen. (zucht) Dat is allemaal vriendjespolitiek. En ik ben heel slecht daarin. Helaas zijn er geen andere zenders die naar Rio mogen.

Het sportrapport van Brigitte Becue

Als kind was mijn idool …
Ik had nooit idolen.

Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Mensen die keihard werken. Een Justine Henin bijvoorbeeld. Ik genoot als ik haar zag spelen.

Mijn mooiste sportmoment?
EK 1995: twee keer goud (100 en 200 meter school) en één keer zilver (200 meter wissel). Fysiek was ik top. Ik wist gewoon: ik ga hier winnen.

Mijn grootste ontgoocheling?
Atlanta 1996. Let op: ik zwom twee finales. Als een Belg dat vandaag presteert, is hij de koning. Maar goed, ik was ook zwaar ontgoocheld. Ik wou meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier