Vijf zorgexperts over de toekomst van de sector: “We moeten meer inzetten op gezondheid creëren in plaats van ziekte bestrijden”
Hoe ziet de toekomst van de zorg eruit? Welke rol speelt de overheid in onderzoek? Gaat de digitalisering in de zorg gepaard met de ontmenselijking van de sector? Wat is de rol van de patiënt? Vijf zorgexperts laten hun licht schijnen over enkele cruciale thema’s binnen de sector.
Hoe betaalbaar kunnen we de zorg nog noemen?
Luc Van Gorp (voorzitter CM Gezondheidsfonds) : We beschikken in ons land gelukkig over een sterke sociale zekerheid, maar daarmee zijn jammer genoeg niet alle noden gedekt. Ongeveer één vijfde van de gezondheidskosten betalen Belgen uit hun eigen zak. Ondanks maatregelen om die eigen bijdrage beperkt te houden zoals de verhoogde tegemoetkoming of de maximumfactuur kunnen de kosten hoog oplopen. Daardoor stijgt het aantal Belgen dat zorg moet uitstellen om financiële redenen.
Ri de Ridder (ex-Riziv-directeur en directeur volksgezondheid) : De feitelijke toegankelijkheid van onze zorg is inderdaad problematisch: ondertussen moet 6 procent van de bevolking zorg uitstellen omdat ze er de financiële middelen niet toe heeft. Gezinnen met beperkte inkomens staan voor de keuze: gezondheidszorg of andere levensnoodzakelijke uitgaven? Bovendien zijn gezondheidskosten vaak onvoorspelbaar en weinig transparant. Dat moet anders.
Luc Van Gorp: Het gevaar bestaat dat we afstevenen op een gezondheidszorg met twee snelheden: een voor zij die het wel kunnen betalen en een andere voor mensen met minder geld. Uiteraard is dat onaanvaardbaar. De komende jaren zal het belangrijk zijn om de beschikbare middelen veel gerichter in te zetten, met veel meer aandacht voor preventie en gezondheidsdoelstellingen.
Joeri Staessen (directeur Netwerk en Sales & Business Development bij Partena) : Er is inderdaad een switch nodig van een zorggerichte maatschappij naar een maatschappij gericht op preventie. De overheid en de ziekenfondsen hebben daarin een rol op te nemen: zij zijn het die de bevolking actief moeten ondersteunen om de levensstijl aan te passen, gezondheidsproblemen te voorkomen en ziektes vroeg op te sporen, zodat we de gezondheidskosten onder controle kunnen houden.
Moet de overheid meer inzetten op zorg(onderzoek)?
Lon Holtzer (Zorgambassadeur Vlaanderen) : Er gaat best wat geld naar onderzoeksprojecten in de gezondheidszorg. De vraag is alleen of men voldoende investeert in onderzoek naar hoe de kwaliteit van zorg behouden kan worden met minder mankracht. Het heeft weinig zin om plannen te maken voor tijden waarin er meer personeel zal zijn, want dat is er simpelweg niet. Wanneer zal eens onderzoek gebeuren naar basiszorg en hoe we die kunnen vereenvoudigen? Toponderzoek gaat vaak lopen met grote middelen, terwijl het basisonderzoek in de kou blijft staan. Die geldstromen mogen in evenwicht gebracht worden.
Ri de Ridder : Eigenlijk zouden we de focus moeten verschuiven naar mensen beschermen in plaats van ziekenzorg centraal te zetten. Drie procent van het budget zou naar preventie moeten gaan. We zijn te veel bezig met het bestrijden van ziekte in plaats van het creëren van gezondheid. Die accentverschuiving kan je niet overlaten aan zorginstellingen, voor wie ziekte bestrijden de corebusiness is. Dat is de verantwoordelijkheid van de overheid. Het is een moeilijk vraagstuk, hoe we ons gezondheidssysteem die bocht kunnen laten maken. Daarvoor durf ik ook te kijken op lokaal niveau: sociale netwerken zijn nodig om zorg op te vangen. Dat zeg ik niet vanuit een context van besparen, maar vanuit een andere kijk op de sector. We mogen onszelf niet afhankelijk maken van de zorg.
Hilde Deneyer (directeur Vlaams Apothekersnetwerk) : Daarnaast is het belangrijk dat de overheid alle zorgverleners van zorgkundigen aan het bed tot apothekers als gelijkwaardige partners beschouwt en een verbindende rol opneemt tussen de verschillende individuele zorgactoren. Voor een duurzaam gezondheidssysteem is samenwerking tussen al die verschillende partijen nodig. Dat kan alleen maar als die ook samen rond de tafel zitten. Nu gebeurt de invulling van onze gezondheidszorg veel te gefragmenteerd: laat ons werk maken van geïntegreerde zorg in plaats van erover te praten.
Hoe groot is de rol van digitalisering in de zorg?
Luc Van Gorp : Digitalisering is een onomkeerbare trend en is in de meeste gevallen een goede zaak. Binnen het Riziv loopt vandaag een proefproject rond teledermatologie, waarbij een patiënt een foto maakt van een huidvlekje en die doorstuurt naar een dermatoloog. Die stopt de foto in een systeem dat het vlekje vergelijkt met foto’s van andere vlekjes. Razendsnel krijgt de dermatoloog een diagnose. Als digitalisering ten goede komt aan de kwaliteit, de toegankelijkheid en de efficiëntie van onze gezondheidszorg, dan moeten we die zeker omarmen. Maar de digitalisering zal altijd ondersteunend zijn: gezondheidszorg zal nooit zonder menselijk contact kunnen. Er zullen altijd mensen van vlees en bloed nodig zijn om resultaten te interpreteren, te duiden en de relatie met patiënten aan te gaan, vaak op een kwetsbaar moment in hun leven.
Hilde Deneyer : Digitalisering is de sleutel naar een betere dienstverlening, maar daarvoor is meer overleg tussen verschillende zorgverleners nodig. Nu houden bijvoorbeeld een huisarts, een verpleegkundige bij een ziekenhuisopname, en de apotheker elk apart een patiëntendossier bij, waardoor ze geen zicht hebben op het volledige zorgtraject van een patiënt. Dat maakt kwaliteitsvolle zorg verlenen moeilijk. Gegevensdeling tussen alle partijen die mee het zorgtraject van een patiënt bepalen uiteraard met respect voor privacy zou tot betere zorgverlening leiden, zowel op het vlak van voorkomen als bij genezing.”
Wat is de rol van de patiënt vandaag en hoe zal die evolueren?
Lon Holtzer : In de zorg is er geen belangrijkere speler dan de patiënt. Die komt altijd op de eerste plaats, maar het idee dat die patiënt centraal staat, is achterhaald. Een patiënt die centraal staat, bevindt zich in het midden van een cirkel met een zorgend team dat vanaf de zijlijn alle ogen op hem richt. Zo wordt de druk op de patiënt veel te groot. Een zorgteam moet er niet zijn vóór de patiënt, maar mét de patiënt. Het is belangrijk dat we een context creëren waarin de patiënt voelt dat hij een actieve rol kan opnemen. Durf vragen te stellen als patiënt, durf eigen keuzes te maken over je zorgtraject. En durf hulp vragen als je er zelf niet aan uitgeraakt: een patiënt die hulp vraagt aan een zorgverlener bij zijn beslissingen, is voor mij even geëngageerd als iemand die volledig zelfstandig knopen doorhakt. Het gaat erom dat een patiënt zijn plaats durft in te nemen.
Joeri Staessen : De zorgverstrekker is niet meer de enige die aan het stuur zit. Aangezien het bewustzijn van patiënten groter is geworden, gaan die nu zelf op zoek naar de beste zorgoplossing. Patiëntenparticipatie is meer en meer een begrip geworden, maar er is nog werk om zorgorganisaties mee te krijgen in dat verhaal.
Ri de Ridder : Dat klopt. Ik durf zelfs te zeggen dat de patiënt vandaag helemaal nog niet centraal staat. Bij occasionele zorgverlening is er vaak geen probleem, maar chronisch zieken ervaren nog te vaak dat hun zorg hen volledig uit handen wordt genomen. We kijken nog altijd op een heel medische manier naar zorg, waardoor het menselijke aspect wat vergeten wordt. Patiënten moeten bevraagd en goed ingelicht worden, zodat ze voldoende ondersteuning ervaren om zelf keuzes te kunnen maken.
(Maud Vanmeerhaeghe en Emma Sablon)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier