Exclusief interview met PS-kopstuk Rudy Demotte: “Ik zie geen oplossing. Tenzij nieuwe verkiezingen”

Quizvraag. Wie is het? Waalse socialist. Vlaamse roots. Doornik. Aimabel, bescheiden doch machtig. En ietwat grijs achter zijn oren. Wie? Inderdaad: Rudy Demotte. De man behoort al een kwarteeuw tot de top van zijn partij én van de Belgische politiek. Ook in deze formatie speelt hij een voorname rol. Of beter: speelde. Vandaag klinkt hij pessimistisch. “Ik zie geen oplossing. Als er in september geen nieuwe regering is, dan komen er verkiezingen.” (foto’s Pieter Clicteur)

 

Zijn statig kantoor aan de Wetstraat 6 is onze plek van afspraak. De vlag met de Waalse haan wappert naast de Belgische driekleur en de Europese sterrencirkel. Rudy Demotte is tegenwoordig parlementsvoorzitter van de Fédération Wallonie-Bruxelles, zeg maar de Franstalige Gemeenschap. De begroeting is hartelijk. De Doorniknaar herinnert zich nog goed zijn vorig interview met deze krant, acht jaar geleden. “Ben ik niet veranderd? U zegt maar wat. Ik ben grijs geworden, toch. Ziet u dat niet?” (lacht) Dat vorig onderhoud was in het Elysette in Namen, het huis van de Waalse regering.

Demotte behoort tot de meer gematigde vleugel van de Parti Socialiste. De gewezen minister-president is één van de weinigen die zijn schouders niet ophaalt voor een lang gesprek met een Vlaamse krant. “Het doet deugd om nog eens Nederlands te spreken”, zegt hij. “Mijn moeder is Vlaamse, van Brakel. Thuis sprak ik Frans, maar met mijn grootouders sprak ik Nederlands. Of beter: Brakels.” (lacht) In mei 1995 werd Demotte voor het eerst verkozen in het parlement. Dat is exact een kwarteeuw geleden. Ik wens hem proficiat. “Dank u”, zegt hij, maar haalt tegelijk de schouders op. Hij klinkt plots gelaten. “De kloof tussen de politiek en de burger is alleen maar groter geworden. Dat doet me pijn. De burger mag kwaad zijn. Maar de sociale media laten toe dat die kwaadheid ongemeen hard naar boven komt. Dat is een droeve evolutie. Een duistere zelfs.”

Doet u nog graag aan politiek?

Ik heb meer afstand genomen. (denkt na) Ik ben nog altijd een overtuigd socialist, maar ik ben tegelijk een gematigd man. Het compromis is geen belediging voor mij. Dat is het wel voor de extreme partijen op links en rechts. Toch geloof ik dat de redelijkheid ooit weer zal overwinnen. Daarom blijf ik gehecht aan de politiek. Ik ben overtuigd van wat ik doe. Gematigdheid is geen middelmatigheid.

Wat weet u nog van uw eerste dag in het parlement?

Véél. Ik had symbolisch een rode jas aangetrokken. Ik viel helemaal uit de toon. De parlementsleden droegen in die tijd allemaal zwart en grijs. (lacht) Ik was ook zenuwachtig. Ik kom uit een bescheiden milieu. De eedaflegging was een grote eer, voor mij én voor mijn familie.

U hebt veel gedaan in die 25 jaar. Wat was de mooiste periode?

Dat is moeilijk om te zeggen. (denkt na) Ik ben fier op de periode dat ik federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid was. Ik was de opvolger van Frank Vandenbroucke (SP.A), een man met een grote reputatie. We stonden voor een grote uitdaging, want er dreigde een zwaar tekort in de sociale zekerheid. Maar we zijn erin geslaagd die legislatuur af te sluiten met een riant overschot.

U hebt ook Marc Van Ranst gelanceerd. Deze toen onbekende viroloog werd griepcommissaris in 2007.

Dat is zo. Ik had veel vertrouwen in hem. Terecht, zo blijkt vandaag. Hij werd mij aangeraden door mensen in mijn omgeving. Een goede minister laat zich omringen door de beste experten. Dat heb ik altijd gedaan. Marc Van Ranst is één daarvan.

“Ik ga niet zeggen dat mevrouw De Block de enige schuldige is. Dat zou geen faire analyse zijn.”

U hebt toen ook tientallen miljoenen mondmaskers besteld voor een strategische voorraad. U was de laatste.

(pikt in) Dat was in de periode van het SARS-virus. We waren heel bevreesd voor een wereldwijde pandemie. De eerste tekenen waren te zien in Azië en Canada. Het was nodig om een stock aan te leggen, in de eerste plaats voor de mensen in de zorg. Maar ik was niet de laatste. Laurette Onkelinx (PS) heeft die stock later nog uitgebreid.

Maggie De Block (Open VLD) heeft die voorraad niet vervangen, toen twee jaar geleden de houdbaarheidsdatum overschreden was. Was dat een fatale fout?

Ik zou een ander pad gevolgd hebben. Als je die stock vernietigt, moet je zeker zijn van vervanging. Maar ik zal niet spreken over een fatale fout. Ik ga ook niet zeggen dat mevrouw De Block de enige schuldige is. Dat zou geen faire analyse zijn.

Er zijn partijen en vakbonden, vooral in Franstalig België, die haar ontslag vragen.

Ik niet. Dit is een collectieve fout van de regering. Dat geldt ook voor de besparing van 900 miljoen euro op de gezondheidszorg. (feller) Dat is vorig jaar beslist, hé. Wij hebben daarvoor gewaarschuwd. We krijgen nu gelijk. Op pijnlijke wijze.

Als u één les trekt uit deze crisis, welke is dat dan?

We hebben te laat maatregelen getroffen voor de bescherming van onze eerstelijnszorg. Dat moet anders. Er zou eigenlijk een Europese strategie moeten komen voor de aankoop en productie van mondmaskers en ander beschermingsmateriaal.

Als ik die vraag in Vlaanderen stel, dan hoor ik vooral dat onze complexe staat goed beleid tegenwerkt. Wat vindt u?

(zucht) Ik vind dat te makkelijk. Complexiteit is eigen aan de democratie. Zelfs een gecentraliseerd land als Frankrijk worstelt met deze crisis. Een dictatuur is makkelijker. Dat is één leider en die bepaalt alles. Maar dat is niet mijn systeem. Ik ben liever genuanceerd in mijn analyse.

Vandaag zijn woon-zorgcentra regionaal en ziekenhuizen federaal. Vindt u dat logisch?

Als de coördinatie goed is, mag die spreiding geen probleem zijn. Maar de coördinatie was niet goed: dát was het probleem. Dat is normaal de taak van de interministeriële conferentie, maar dat orgaan is niet voorbereid voor een crisis zoals deze. De coördinatie had in handen moeten komen van één minister. Of van een externe coördinator.

U wil dus geen staatshervorming?

Dat zeg ik niet. Ik geef zelfs toe dat onze structuur niet helpt in deze crisis. Wie zijn geschiedenis kent, zal ook weten dat de socialisten de dragers waren van elke staatshervorming in dit land. We willen die rol ook vervullen in de toekomst. Wij willen dus zeker nadenken over een betere organisatie van de staat. Maar dat mag niet in functie staan van een nationalistische ideologie.

We zijn dertien maanden na de verkiezingen. Waarom heeft dit land nog geen regering?

Een belangrijke reden is het stemgedrag van Vlamingen en Franstaligen. Vlamingen stemmen conservatief, Franstaligen links. De ideologische verschillen tussen die partijen zijn héél groot. Dat maakt een compromis moeilijk. Een tweede reden is dat de politieke klasse elkaar niet meer kent. Ik was één maand preformateur (in oktober, red.), samen met Geert Bourgeois (N-VA). Onze voornaamste opdracht was: die mensen leren spreken met elkaar.

Wie met wie?

Bart De Wever (N-VA) met Paul Magnette (PS) bijvoorbeeld. Maar ook anderen. Dat is een verschil met mijn generatie. Wij kenden onze collega’s aan de overkant van de taalgrens. Deze generatie niet. Dat is problematisch.

Welke taal sprak u met Bourgeois?

Nederlands. Zelden Frans. Onze verstandhouding was goed. Ik ken de gevoeligheden van de Vlamingen. Dat helpt. Onze opdracht heeft misschien niet geleid tot onmiddellijke resultaten, maar heeft wel gezorgd voor een begin van verstandhouding.

U zei wel dat een regering met PS en N-VA onmogelijk is.

Weet u hoe ons rapport aanvankelijk zou eindigen? Ik wist inderdaad dat een compromis op dat moment onmogelijk was. Maar ik wou de deur open houden. Ik was voorstander van een vage formule à la we zijn niet geslaagd, we moeten nu verder zien. Het is de N-VA die aandrong op een scherpe formulering dat een compromis niet zou lukken. Dat stond aanvankelijk niet in het rapport.

Bart De Wever zegt dat uw partij neen zegt.

(droog) Dat is ook normaal. Dat is het politieke spel. Ik draai al lang genoeg mee.

Kan de PS een regering vormen met N-VA?

Op basis van wat N-VA op tafel legt: neen, dat is onmogelijk. De N-VA vraagt een veel te hoge prijs om een minimum minimorum aan sociaal beleid te kunnen voeren.

Een staatshervorming?

Ja.

Het premierschap?

En veel andere zaken. Onder die omstandigheden is het voor mijn partij onmogelijk om een regering te vormen met N-VA.

“De N-VA vraagt een veel te hoge prijs om een absoluut minimum aan sociaal beleid te kunnen voeren.”

Kwatongen beweren dat vooral de machtige vakbond, de FGTB, neen zegt.

(ontwijkend) Wij zijn als partij zeer gehecht aan de vakbond en de mutualiteit. Wij delen dezelfde visie op de samenleving. Maar de vakbond bepaalt niet wat de partij moet doen, en omgekeerd. Wij werken autonoom.

Men zou nu werken aan een meerderheidsregering zonder de PS. Wat vindt u daarvan?

Ik twijfel sterk aan de slaagkansen. Ik zie alvast geen teken in die richting. Maar als dat zou lukken, dan gaan wij onze rol spelen in de oppositie.

Dat zou betekenen dat de SP.A zich losweekt van de PS.

Ik geloof daar niet in. Paul Magnette en Conner Rousseau delen dezelfde visie op de samenleving. Bovendien zou die regering amper Franstaligen bevatten. Alleen de MR. En misschien de CDH. Al hoor ik weinig van die kant. (fijntjes) Dat zou nogal een Franstalige minderheid zijn.

De volmachten verlopen dit weekend. Er moet toch iets gebeuren?

Ik zie geen oplossing meer. De puzzel ligt zo moeilijk. Tenzij nieuwe verkiezingen. De standpunten zijn zó tegengesteld. Een minderheidsregering was een oplossing. Wij hebben dat op tafel gelegd. Maar dan zeggen de liberalen neen. En de CD&V wil niet zonder de N-VA. (blaast) Neen, ik zie geen oplossing.

U wil nieuwe verkiezingen?

Als er tegen september geen oplossing is, dan zie ik geen andere mogelijkheid.

Wat zou eigenlijk uw ideaal zijn?

Een sterke SP.A. Dat zou ook voor Vlaanderen het ideaal zijn. (lacht) En wie weet? Ze lijken opnieuw in stijgende lijn te zitten.

Nog even terug naar u. U bent nu parlementsvoorzitter. Is dat wennen, nadat u twaalf jaar de regering hebt geleid?

Toch niet. Ik was geen vragende partij meer voor een ministerpost. Ik ben twintig jaar minister geweest. Dat heeft veel van mij gevraagd. Van mijn persoonlijk leven. Van mijn relaties met familie en vrienden. Ik zei het al: ik wou meer afstand nemen van de politiek en meer ruimte voor mezelf. Dat kan als parlementsvoorzitter. Bovendien is dat een héél belangrijk mandaat.

“Racisme is zoals een virus”

Waarom heeft Wallonië geen extreemrechtse partij?

Er bestaat geen eenduidig antwoord op die vraag. Dat zal deels de traditie zijn. In Vlaanderen was het nationalisme altijd meer rechts georiënteerd. In Wallonië zaten de nationalisten onder de socialisten en de liberalen. Die hebben een meer open blik op de samenleving.

Vergeet u Léon Degrelle niet, van het fascistische Rex?

Dat is een boegbeeld van extreemrechts, inderdaad. Maar zijn beweging is helemaal verdwenen. Er zijn nog extreemrechtse mensen in Wallonië, maar die zijn politiek niet georganiseerd. Dat zal ook te maken hebben met het cordon. In Franstalig België komt extreemrechts niet aan bod op televisie. Dat zorgt voor minder zichtbaarheid.

Is er in Vlaanderen meer racisme?

(lacht) Is de Waal een luiaard? Neen, natuurlijk niet. Dat zijn van die karikaturen die gestoeld zijn op foute vooroordelen. In Wallonië is er ook racisme. Alleen is dat politiek niet minder zichtbaar. Maar racisme is zoals een virus. Je kan dat dragen zonder dat de symptomen zichtbaar zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier