Heel wat mensen hebben een groepsverzekering op het werk. Moet die bij een echtscheiding ‘gedeeld’ worden?
Bij een echtscheiding wordt een regeling getroffen voor de groepsverzekeringen en het pensioensparen dat je hebt. Hierbij is het belangrijk te weten onder welk huwelijksstelsel je gehuwd bent. Ben je getrouwd onder een stelsel van scheiding van goederen, dan behoudt elke echtgenoot in principe de rechten uit zijn eigen groepsverzekering en pensioensparen.
Ben je gehuwd onder het wettelijk stelsel (scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten), dan ligt dit anders. In dat geval valt je groepsverzekering en pensioensparen -in de mate dat dit tijdens het huwelijk werd opgebouwd- in het gemeenschappelijk vermogen. Je moet dat dus ‘delen’. Werd de groepsverzekering nog niet uitbetaald op het moment van de verdeling, dan kan je op twee manieren te werk gaan. Vooreerst kan je de afkoopwaarde bekijken, waarbij de ‘niet-begunstigde’ echtgenoot aanspraak kan maken op de helft ervan. Hoe hierbij rekening met de fiscale en andere lasten die bij een onmiddellijke afkoop zouden moeten worden betaald. Een andere oplossing bestaat erin de andere echtgenoot zijn deel pas te geven op het moment van de uitkering door de verzekeringsmaatschappij.
