Afscheidnemend Gezinsbond-voorzitter Frans Schotte scherp voor de Vlaamse regering: “Die vindt kinderen blijkbaar niet belangrijk”

ROESELARE – Frans Schotte neemt dit najaar afscheid van de Gezinsbond. De West-Vlaming was maar liefst 12 jaar voorzitter van deze invloedrijke organisatie. Voor onze krant blikt hij nu al terug én vooruit. Zijn grootste teleurstelling? “De Vlaamse regering vindt kinderen blijkbaar niet belangrijk.”

We hebben afspraak in de gebouwen van onze uitgeverij Roularta, waar Frans Schotte van 1978 tot 1982 personeelsdirecteur was. Dat het nog altijd een beetje als thuiskomen voelt, zegt hij. “Roularta is en blijft een mooi bedrijf.” Schotte is een ronkende naam in de wereld van de CEO’s. De Standaard Boekhandel is onder zijn leiding incontournable geworden in het boekenlandschap. De man was ook vijftien jaar voorzitter van Cercle Brugge – Cercletje voor de vrienden. Als voorzitter van de Gezinsbond weegt hij ook op het maatschappij debat. Het is daarover dat wij het vandaag willen hebben.

In december loopt uw mandaat bij de Gezinsbond af. Wou u geen nieuwe termijn?

“Neen. Ik word straks 76 jaar, het is tijd om de fakkel door te geven. Weet u: toen ik 65 werd, ben ik formeel met pensioen gegaan. Maar ik wou niet in mijn luie zetel hangen. Ik wou – naast mijn activiteiten voor Standaard Boekhandel – ook een sociaal engagement opnemen. Zo ben ik bij de Gezinsbond beland. Ik heb dit twaalf jaar heel graag gedaan, maar nu is het genoeg geweest. In september wordt mijn opvolger gekozen. Ik blijf op post tot december om hem of haar de knepen van het vak te leren.”

Welke stempel hebt u hier nagelaten?

“Ik heb nooit gestreefd naar een eigen stempel. Ik heb vooral geprobeerd om goed samen te werken met de vele professionals en vrijwilligers. Waar ik het meest fier op ben, is dat we onze structuren gemoderniseerd hebben én ondergeschikt gemaakt hebben aan onze kerndoelstelling: bezig zijn met de welvaart en het welzijn van onze gezinnen. Dat blijft ook dé uitdaging voor de toekomst. De Gezinsbond mag zich niet verliezen in debatten over structuren.”

Wat is uw grootste ontgoocheling?

“Vier jaar geleden werd de kinderbijslag geregionaliseerd. Wij hadden daar toen grote verwachtingen van. Vlaanderen wou een nieuw systeem op poten zetten en tonen dat het beter kan doen dan federaal. Maar wat blijkt vandaag: dat onze gezinnen erop achteruitgaan. De afschaffing van de leeftijdstoeslag is echt een slechte zaak. Maar dat is niet alles. (windt zich op) Dat de kinderbijslag ook losgetrokken werd van de index, is mijn grootste teleurstelling. De Vlaamse regering vindt kinderen blijkbaar niet belangrijk. Anders doe je dit niet.”

Voor de Waalse regering is een kind meer waard dan voor de Vlaamse”

De regering heeft gekozen voor een vaste index van eerst één procent en daarna twee procent.

“Dat is peanuts als de inflatie tien procent bedraagt. Reken maar eens uit! Zij noemen dat een besparing, maar het is meer dan dat: het is een extra taks op gezinnen met kinderen. Alle inkomens worden geïndexeerd, behalve deze. (fel) Het is een schande! Dat heeft me echt kwaad gemaakt en nog altijd. Wallonië is destijds begonnen met een lagere kinderbijslag, maar intussen is voor de Waalse regering een kind meer waard dan voor de Vlaamse. (even stil) Straks zijn er verkiezingen. Ik hoor de partijen alweer roepen dat kinderen belangrijk zijn. Ze zouden beter eerlijk zijn: als puntje bij paaltje komt, dan pakken ze geld af van onze gezinnen.”

Luistert bevoegd minister Hilde Crevits (CD&V) als u dit zegt?

“Jawel, zij luistert. Maar zij is nog maar één jaar bevoegd. Haar voorganger (Wouter Beke, CD&V, red.) luisterde minder. Maar ik wil het niet persoonlijk spelen. Deze beslissingen worden genomen op regeringsniveau, en daar zetelen drie partijen.”

Hoe kijkt u naar de crisis in de kinderopvang?

“Wat dit debat zo gevoelig maakt, zijn de drama’s die gebeurd zijn. Hier zijn er wel al duidelijke stappen vooruit gezet. Het is ten eerste veel transparanter geworden. We mogen ook niet vergeten dat de overgrote meerderheid van de opvang goed werk levert. Het grootste probleem is het gebrek aan personeel. Vandaag moet één begeleider voor acht of negen kinderen zorgen. Dat is veel te veel. In buurlanden is de ratio één op vier of vijf. Als de regering opvang belangrijk vindt, dan moet ze hier extra geld voor uittrekken. En we spreken al snel over enkele honderden miljoenen. Desnoods moet de budgettaire discipline een beetje soepeler.”

Hoe kijkt u naar de toekomst van de Gezinsbond? Het ledenaantal lijkt in vrije val: van 250.000 vijf jaar geleden naar 150.000 vandaag.

“Dat maakt mij niet gelukkig. Dat is blijkbaar de tijdsgeest. Alle middenveldorganisaties hebben het moeilijk om hun ledenaantal op peil te houden. Wij hebben nog langer standgehouden dan anderen, maar de coronacrisis was voor ons een stevige hakbijl. Als wij geen activiteiten kunnen organiseren, geen tweedehandsbeurzen, als gezinnen geen korting kunnen sparen, dan verliezen wij een groot deel van onze kracht. Bovendien gaven we vroeger alle gezinnen bij de geboorte van hun eerste kind automatisch één jaar gratis lidmaatschap. Door de strengere privacyregels kan dat niet meer. Dat heeft de daling versneld.”

Hoe kan dit gekeerd worden?

“Dat wordt geen makkelijke opdracht. Wij moeten vooral mee blijven evolueren met de gezinnen. Als de gezinnen veranderen, moet ook de Gezinsbond veranderen. We doen dat ook. De Gezinsbond vandaag is een andere organisatie dan de Gezinsbond van twaalf jaar geleden. We zijn een bond geworden van álle gezinnen.”

Wat mag ik u toewensen voor de toekomst?

“In de eerste plaats dat ik gezond mag blijven. Maar ook dat de organisaties waar ik vandaag mee bezig ben, goed mogen blijven draaien. Wat me positief stemt, is dit: de Gezinsbond is en blijft een noodzakelijke organisatie. Als het morgen zou verdwijnen, dan zal het opnieuw uitgevonden worden. Elke samenleving heeft een organisatie nodig die de belangen van de gezinnen verdedigt.”

Gaat u nog naar Cercle kijken?

“Jawel, ik blijf een trouwe supporter. De Gezinsbond en Standaard Boekhandel hebben prioriteit, maar als ik mijn handen vrij heb, dan vind je mij op de tribune.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier