(foto Christophe De Muynck)

Aartsbisschop Luc Terlinden: “Het is schandalig dat Vangheluwe nog bisschop is”

Luc Terlinden is de naam. Een 55-jarige Brusselaar. Hij is de nieuwe ‘primaat’ van de Belgische kerk, de grote baas zeg maar. In zijn eerste grote interview trapt hij enkele heilige huisjes omver. Over het bezoek van de paus, de wonden van Godvergeten, het celibaat en de titels van Vangheluwe. Zou Rome meelezen … ?

De Wollemarkt is onze plek van afspraak: het aartsbisschoppelijk paleis in het hart van Mechelen. Luc Terlinden is een vriendelijk man, ietwat verlegen ook. Denkt goed na over zijn antwoorden, maar draait niet rond de pot. Hij werd in september gewijd als nieuwe aartsbisschop van de Belgische kerk, als opvolger van Jozef De Kesel. Mechelen is hem niet onbekend: de voorbije twee jaar was hij er vicaris-generaal van het bisdom. “Een rustige stad, zeker in vergelijking met Elsene, waar ik vroeger woonde en pastoor werd.”

Beginnen doen we met het goede nieuws. De paus komt naar België. Dat is meer dan een kwarteeuw geleden. Of dat op vraag is van de nieuwe aartsbisschop? “De initiële uitnodiging komt van de KU Leuven. De paus zal mee de 600ste verjaardag van de universiteit vieren. Maar wij, de Belgische bisschoppen, én ook de koning hebben hem een duwtje in de rug gegeven.”

Wat betekent dit voor ons land?

“Het is uitzonderlijk dat deze paus een West-Europees land bezoekt. België heeft wellicht een voetje voor, omdat hij, toen hij nog een jonge priester was in Argentinië, Belgische vrienden had die hem hielpen. Het is ook een teken van steun voor ons. Als kerk in een geseculariseerd land staan wij voor grote uitdagingen. Zijn bezoek toont aan dat hij weet in welke situatie wij zitten.”

Is zijn bezoek ook het gevolg van de Canvas-reeks Godvergeten over seksueel misbruik in de kerk?

“De uitnodiging werd voordien al verstuurd. Er is dus geen directe link. Maar de paus zal ook initiatieven nemen om slachtoffers te ontmoeten. Wij hebben hem die vraag ook gesteld. Hij doet dat trouwens ook in andere landen. Maar dat zal met veel respect voor de slachtoffers gebeuren, achter de schermen dus. Wellicht zal hij één à twee dagen in ons land blijven. Naast de viering van de KU Leuven zal hij ook tijd maken voor enkele initiatieven van de kerk en dus ook voor de slachtoffers.”

“De paus zal ook tijd maken voor de slachtoffers”

Is het op vraag van de paus dat u aangesteld werd tot nieuwe aartsbisschop?

“Ja, weliswaar via zijn vertegenwoordiger in ons land: de nuntius. De paus beslist op basis van een lang onderzoek en een dik dossier. Ik kreeg in juni, op een zondagochtend, mail van de nuntius. Dat hij me dringend wou spreken. Ik had uiteraard al iets horen waaien. In de namiddag hebben we elkaar gezien en heb ik de vraag gekregen. Ik heb dat meteen aanvaard, omdat ik dat als een oproep zie van God zelf.”

Waarom werd u gevraagd?

(blaast) “Omdat Rome oordeelt dat ik bekwaam ben, zeker? En misschien ook door mijn ervaring met jongeren in Brussel? Dat zou u eigenlijk aan de paus moeten vragen.”

Dat wil ik graag doen. Kan u voor mij een interview scoren met hem?

“Ik wil dat proberen, maar dat is niet de eerste doelstelling van zijn bezoek. (lacht) Let wel: hij doet af en toe interviews, hoor. Vooral in het vliegtuig, als hij onderweg is naar zijn nieuwe bestemming.”

In welk gezin bent u opgegroeid?

“Ik ben de jongste van zeven kinderen. Dat was dikwijls een serieuze uitdaging. (lacht) Mijn vader was militair en mijn moeder huisvrouw. Ik ben geboren in Etterbeek, maar toen ik zestien was, zijn we verhuisd naar Waals-Brabant.”

Ook uw grootvader was een militair. Hij werd zelfs onderscheiden voor zijn diensten tijdens de beide Wereldoorlogen. Wou u nooit in hun voetsporen treden?

“Toch wel. Na mijn studies Economische Wetenschappen heb ik mijn legerdienst gedaan. Dat was toen nog verplicht. Dat was een goede ervaring voor mij. Ik heb eraan gedacht om in het leger te gaan, maar de roeping om priester te worden, was groter.”

“Ik ben zoals Obelix in een ketel gevallen, denk ik, maar dan van het geloof. Al van toen ik twaalf was, wou ik priester worden”

Waarom wou u priester worden?

“Dat is een lang verhaal. Ik ben zoals Obelix in een ketel gevallen, denk ik, maar dan van het geloof. Al van toen ik twaalf was, wou ik priester worden. Ik had nochtans geen voorbeelden in mijn familie. Wie mij wel inspireerde, waren de priesters op school en bij de scouts. Enkele jaren later zijn we met de scouts naar de eerste Wereldjongerendagen geweest in Rome. Dat was ook een bepalende ervaring. En ik wil ook de militaire bedevaart noemen naar Lourdes, die we met het leger deden. Toen wist ik zeker: dát wil ik doen.”

Was het celibaat geen hinderpaal voor u?

“Jawel, dat heeft een diepe bezinning gevraagd. Ik heb daar mijn tijd voor genomen en ik ben daar blij om. Ik heb voordien ook een vriendin gehad. (even stil) Het celibaat vraagt veel maturiteit. Je kan dat niet beslissen op te jonge leeftijd. Maar vandaag vervult het mij van innerlijke vrede en vreugde.”

Voelt u geen eenzaamheid?

“Neen. Het celibaat is ook een ja-woord, een engagement aan een ander, maar dan aan Jezus. Al besef ik dat het een moeilijk evenwicht kan zijn voor mensen.”

Wordt dat toch niet beter afgeschaft, als de kerk het priesterschap weer aantrekkelijk wil maken?

“Ik zou het niet afschaffen, omdat er priesters zijn die daarvoor kiezen. Het heeft trouwens altijd bestaan in de kerk. Maar we zouden wel gehuwde mannen moeten kunnen wijden tot priester, vind ik. Dat bestaat trouwens al in de oosterse kerk. We zouden dat voorbeeld moeten overnemen. We hebben hier in het aartsbisdom trouwens een gehuwde seminarist van de oosterse kerk. De man heeft ook drie kinderen. Hij wordt begin volgend jaar tot priester gewijd.”

Zou u ook vrouwen toelaten tot het priesterschap?

“Die vraag staat vandaag niet op de agenda. Ik vind wel dat vrouwen diaken moeten kunnen worden. Dat werd hen ook toegestaan in het begin van de kerkgeschiedenis. Maar we moeten daarop niet wachten om vrouwen meer verantwoordelijkheden te geven in onze beleidsorganen. Ik zal daartoe sowieso initiatieven nemen.”

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Dat u voor een bijna onmogelijke missie staat, zeggen analisten. U moet van een kerk in verval weer een gezond instituut maken.

(glimlacht) “Dat lijkt misschien onmogelijk, maar ik heb hoop. Ik geloof ook in de kracht van God voor onze kerk. De kerk zal niet worden zoals vroeger. Het zal een andere kerk zijn, een nederige kerk. Maar wat belangrijk is voor mij, is dat de kerk betekenisvol is. Dat wil zeggen: dat ze iets betekent in onze samenleving, in het bijzonder voor de meest kwetsbaren. Ik wil levendige gemeenschappen van mensen die getuigen van broederlijkheid, liefde en een open blik op de wereld.”

Wat heeft de reeks Godvergeten met u gedaan?

“Dat heeft mij diep geraakt, de pijn te zien en te horen van de slachtoffers. (stil) Maar het was voor mij ook een uitnodiging om nog meer initiatieven te nemen, om nog meer te doen voor die mensen.”

Volgens priester en klokkenluider Rik Devillé en anderen heeft de kerk nog altijd weinig of geen lessen getrokken uit het verleden. Is dat zo?

“Neen, dat is niet zo. We hebben wel degelijk lessen getrokken. Al meteen na Dutroux en zeker sinds de parlementaire commissie van 2010. Dat begint met preventie en screening van priesters in het seminarie. Dat wordt heel serieus genomen. We vragen intussen ook een uittreksel uit het strafblad en we zouden dat nu elke vijf jaar opnieuw willen vragen. Vroeger gebeurde dat allemaal niet.”

Doet u genoeg voor de slachtoffers?

“Wat is genoeg? Zal het ooit genoeg kunnen zijn? Neen. Het leed van die mensen kan niet hersteld worden. Maar we hebben intussen wel onafhankelijke contactpunten ingesteld, waar slachtoffers hun verhaal kwijt kunnen aan professionals. Hier wil ik wel nog een stap verder gaan. We zouden bijvoorbeeld kunnen tussenkomen in de psychologische zorg van slachtoffers. Ik zou het ook een goed idee vinden om elk jaar op 18 november een herdenkingsmoment te houden: dat is de internationale dag voor slachtoffers van misbruik.”

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Wat doet u als er slachtoffers op uw deur kloppen?

“Dan nodig ik hen eerst uit om een afspraak te maken met het contactpunt. Omdat er daar professionals werken die weten wat ze doen. Maar als de slachtoffers een gesprek met mij willen, dan zijn ze altijd welkom. Ik maak daar graag tijd voor vrij. Dat is deel van mijn roeping. Wij moeten dicht bij de slachtoffers staan.”

U geeft deze week uw eerste interviews sinds de reeks. Waarom hebt u zo lang gezwegen?

“Omdat ik eerst wou luisteren en de situatie kennen. Ik was net aangetreden toen de reeks op televisie kwam. De bisschoppen hebben daarom beslist om monseigneur Johan Bonny te laten spreken met de media omdat hij al langer het seksueel misbruik in pastorale relaties opvolgt. Maar wij hebben nauw samengewerkt.”

Hoe is het mogelijk dat iemand als bisschop Roger Vangheluwe nog altijd zijn titels draagt?

“Dat is inderdaad schandalig, ik vind dat ook. Ik steun daarom de vraag tot laïcisering en ik hoop dat Rome snel met een antwoord komt. Maar vraag me niet wanneer dat antwoord zal komen. Dat gaat over procedures en die duren altijd lang.”

Mag ik daaruit concluderen dat Rome de situatie nog altijd niet ernstig neemt?

“Neen. De situatie wordt wel ernstig genomen. Vangheluwe moet tot aan zijn dood in het Franse klooster blijven. Dat is dan misschien geen gevangenis, maar wel een grote beperking van zijn vrijheid. Hij mag geen bezoek krijgen zonder toestemming van Rome. Hij mag geen publieke vieringen bijwonen. Dat zijn wel degelijk ernstige straffen, maar ik ga akkoord: wij willen nog een stap verder gaan. Het is schandalig dat hij nog bisschop is. Ik heb daarom aan Rome gevraagd om zo snel mogelijk een antwoord te geven.”

Zal u dat gekregen hebben vóór het pauselijk bezoek volgend najaar?

“Ik mag hopen van wel. Maar ik kan me daartoe niet engageren. Dat ligt niet in mijn handen. Maar ik weet wel dat de paus aandacht zal hebben voor de slachtoffers.”

Bent u ook ontgoocheld in wijlen kardinaal Danneels? U bent destijds door hem tot priester gewijd?

“Zijn reactie op de zaak-Vangheluwe was ongepast. Hij heeft daar gefaald. Hij had niet aan die tafel mogen blijven zitten. (even stil) Wat heeft hij wellicht willen doen? Een collega helpen, met wie hij een band heeft. Het is daarom dat deze zaken intussen veel professioneler aangepakt worden. En het moet nog beter. Los daarvan heeft de kardinaal ook goede dingen gedaan, ook om het misbruikprobleem op te lossen.”

Wat denkt u van de oprichting van de parlementaire onderzoekscommissies?

“Dat is een goede zaak om dieper door te dringen in de materie. Ik hoop dat we samen met deze commissies tot betere maatregelen kunnen komen.”

Vreest u niet dat deze vooral aangegrepen zullen worden om te knippen in de subsidies voor de religies?

“Dat is mogelijk. En uiteraard sta ik open voor discussie. Maar dat zou geen goede zaak zijn, volgens mij. De overheid subsidieert ook sport en cultuur, waarom dan niet religie? Religie is een zinvol deel van onze samenleving.”

Volgende week begint de kerstvakantie. Is dat een periode waar u naar uitkijkt?

“Ja, dat is een periode van hoop en vrede. Jezus heeft ook moeilijke situaties moeten overwinnen en dat is hem altijd gelukt dankzij de liefde van God. Zelfs het kruis was niet het einde voor hem, want daarna kwam de verrijzenis. De liefde van God is altijd groter dan onze beperkingen.”

Wat doet u zelf met kerst?

“Ik doe eerst de middernachtmis in Brussel en daarna de dagmis van Kerstmis hier in Mechelen. Daarna neem ik graag tijd vrij voor mijn familie. Ik ga ook enkele dagen bergbeklimmen aan de Grote Sint-Bernhardpas in Zwitserland. Dat is met een gids en wat vrienden. Het is een mooie ervaring voor mij om eens zelf geleid te worden. Ik leer daar veel uit. Een leider moet soms geleid worden. (glimlacht)”

(foto Christophe De Muynck)
(foto Christophe De Muynck)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier