Bert Dhondt is de voedselbospionier van Vlaanderen: “Hier valt het hele jaar door iets te oogsten”

140.000 hectare bos is er in Vlaanderen. Dat getal is al jaren stabiel. Maar de bossen die er zijn, krijgen meer en andere functies. Zo zijn er de laatste jaren alsmaar meer voedselbossen, nestelbossen en zorgbossen. Bert Dhondt startte 15 jaar geleden met zijn voedselbos.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Bert Dhondt en zijn vrouw Mies wonen samen met hun kinderen in het Oost-Vlaamse Nokere, in het huis dat ooit van zijn grootouders was. Je kan er rondleidingen krijgen en leren hoe je je eigen voedselbos ontwerpt. Zijn grootvader plantte destijds al een populierenbos in de tuin van driekwart hectare groot. Zijn ouders hadden er een verzekeringskantoor en meer dan wat tuinieren deden ze niet. “Maar zelf was ik al snel betrokken bij Natuurpunt”, zegt Bert. “En doordat we hier net bij het Kasteelbos woonden, ben ik allerlei eetbare planten gaan verzamelen. Toen ik in 1999 met de fiets door Australië trok, bezocht ik er veel boerderijen waar men met permacultuur (ecologisch duurzame en traditionele landbouwmethode, red.) bezig was. Ik zag er hoe je voedsel kunt produceren met respect voor de bodem en de biodiversiteit. En dat inspireerde me enorm.”

© (foto Christophe De Muynck)

Van hobby naar job

“Natuurlijk, in Australië is dat tof hé: er groeien mango’s, allerlei exotische vruchten, dat systeem moest ik vertaald krijgen. Bij mijn terugkeer heb ik allerlei cursussen gevolgd en jarenlang heb ik thuis als hobby geëxperimenteerd met planten en bomen waarvan je kon eten. Op een bepaald punt werd het te veel en heb ik de sprong gewaagd om dit project als job uit te oefenen. Sindsdien geef ik hier opleidingen: welke planten kan je in je tuin zetten om ervan te eten? Welke bomen? Hoe kan je zo’n tuin vormgeven?”, legt Bert uit.

Bert Van Gils: “Zorgbossen geven kwetsbare mensen kansen”

In 2020 startten de Antwerpse bosgroepen, die inmiddels verenigd zijn onder de noemer Bosgroep Antwerpse Gordel, het project ‘zorgbossen’ op. Een initiatief om kwetsbare personen de kans te geven om nuttige werkjes te verrichten in de Antwerpse bossen. In Vlaanderen zijn er 10 bosgroepen met in totaal 14.000 leden van boseigenaars en beheerders. “Er zijn vaak kleinschalige taken waar we niet aan toekomen, omdat die heel veel arbeid vragen naar uitvoering toe”, aldus Bert Van Gils, adjunct-coördinator van de Bosgroep Antwerpse Gordel. “En het leek me een goed idee om daarvoor een beroep te doen op groepen mensen die weinig de kans krijgen om met bos of natuur in contact te komen, terwijl ze daar wel baat bij zouden hebben.”

Bert Van Gils schreef het beleidsplan voor die zorgbossen en werkte daarvoor samen met 11 zorginstellingen. Het concept werd inmiddels ook overgenomen door de West-Vlaamse Bosgroep Houtland. De Bosgroep Antwerpse Gordel doet vooral nog bij diverse aanplantingen een beroep op mensen uit die zorginstellingen. “De heilzame effecten die een groene omgeving op de gezondheid van een mens kan hebben, zijn wetenschappelijk bewezen”, aldus nog Bert Van Gils. “En vooral het feit dat ze een zinvolle activiteit uitoefenen en daarvoor waardering krijgen van de boseigenaars of beheerders maakt een groot verschil.”

Hij is nu vijftien jaar op die manier bezig. “Onbewust ben ik een pionier geworden voor België. Want de meeste voedselbossen nu zijn heel pril hé. De laatste vijf jaar schieten ze als paddenstoelen uit de grond, maar natuurlijk heb je nog niet meteen de sfeer van een bos zodra je het aangeplant hebt. Hier lijkt het wat op een sprookjesbos, omdat ik de bezoekers een beetje wil verleiden om hun tuin er ook zo te laten uitzien.”

© (foto Christophe De Muynck)

Werken in lagen

“Het is echt wel een misvatting dat je een voedselbos hebt als je je tomaten in een bos kweekt. Het gaat om de gelaagdheid. Terwijl je bij monocultuur één akker oogst en die nadien leeg is, groeit er hier iets in de bomen, in de struiken, op de grond en eronder. Dat geeft je het hele grote voordeel dat er het hele jaar iets te oogsten valt. Een boer heeft niets aan een tuin in deze vorm. Dat kost veel te veel energie en tijd. Voor schooltuinen, voor buurttuinen, voor pluktuinen is dit een fantastisch model. Als je echt naar productie wil gaan, moet je gaan opschalen. Dan zit je in het agroforestry-systeem. Of heb je dit soort bos afgewisseld met akkertjes. Dan ga je niet met 700 soorten werken, misschien met 20, anders is het onbegonnen werk om te gaan plukken.”

Caroline Bosteels: “In het nestelbos brengen we de kleuterklas naar buiten”

Samen met een collega uit het kleuteronderwijs en met de steun van Goodplanet bouwde Caroline Bosteels in het Bellenbos in Affligem het eerste nestelbos van Vlaanderen op. “We zijn in 2019 begonnen met het idee om de kleuterklas naar buiten te brengen. Al wat je in een kleuterklas hebt, heb je in het nestelbos ook: een poppenhoek, een muziekhoek, een bouwhoek, een theaterhoek en ook een buitenkeuken. Omdat bewezen is dat kinderen die buiten spelen en leven veel meer capaciteit in hun hoofd krijgen en dat ze later, in de echte wereld, met veel meer zaken kunnen omgaan.”

“In tegenstelling tot een gewoon speelbos is een nestelbos niet vrij toegankelijk. Op 1 juni starten de inschrijvingen voor het volgende schooljaar. Wel, op één dag zit dat vol. Veel leerkrachten zeggen: het is erger dan Tomorrowland! We hebben ondertussen drie nestelbossen: ons Nestelbos in Affligem, het Vlinderbos in Anderlecht, en het Sporenbos in Brakel. Maar eigenlijk is het de bedoeling dat iedere provincie er minstens een krijgt. We ontvangen scholen, onder begeleiding, en ook kinderen met een beperking, kinderen met een zware rugzak, het is echt toegankelijk voor alle kinderen, maar het is wel afgesloten, zodat niemand er kan weglopen.”

“Eigenlijk wil je tot een systeem komen dat zichzelf in stand houdt, waarbij je zo weinig mogelijk tijd, geld en energie van buitenaf moeten inbrengen. Dat is helemaal anders bij een klassieke maïsakker, waarbij je elk jaar opnieuw moet beginnen, elk jaar van nul. En eigenlijk boer je alleen maar achteruit, omdat de humuslaag van je bodem achteruitgaat. Je moet echt gaan zoeken: hoe kan je aan landbouw doen en die bodem echt verzorgen.”

© (foto Christophe De Muynck)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier