Grillige kusten, steile kliffen en het Connemara National Park: Ierland op zijn paasbest
Ik houd van het levendige Dublin, maar een citytrip naar de Ierse hoofdstad staat ook mijlenver verwijderd van het echte Ierland, waar grillige kustlijnen diepe inkervingen maken in het weidse landschap, en waar de gejaagdheid van de grootstad ver weg is. De groene omkadering, de duizelingwekkende kliffen en de gekartelde kustlijn maken van West-Ierland de ideale setting voor een minitrip richting ‘woeste kusten’. Volg de gids.
door Igor Vandenberghe
Ook ik heb bij aankomst in Galway een gids te volgen, meer bepaald een foodiegids. De Galway Food Tour belooft zowel culinaire lekkernijen als sappige details over de historie van Galway. Een combinatie die meteen mijn aandacht weet te triggeren. Mijn gids Sheena zet de toon, en troont haar roedel – bestaande uit Amerikanen, Fransen en ondergetekende als enige Belg – mee naar een plaatselijke pub om de eerste dorst te lessen. Een meisje naar mijn hart.
Wat volgt is een culinaire wandeltocht, doorspekt met historische feitjes en andere interessante details. Onderweg zijn er een zestal culinaire stops voorzien. Onze maag en ziel worden verwend met onder meer oesters, kaas, een aardbeientaart, lokaal bier en een krabbenkroket. Deze foodietocht is het ideale voorgerecht om de stad beter te leren kennen.
Levendige universiteitsstad
Net als Gent en Leuven is ook Galway een universiteitsstad. En studenten brengen levendigheid mee. Vooral de kleurrijke binnenstad is een puur juweeltje, vol gezellige hoeken en kanten en voldoende pubs om de uitgelaten bevolking de nodige ontspanning te bezorgen. Shop Street is dé belangrijkste shopping- en uitgaansstraat, al vind je eveneens tal van restaurants en pubs in Quay Street. Deze buurt staat bekend als het Quartier Latin. In Galway bestaat overduidelijk nog een pubcultuur, waar jong en oud gezamenlijk chillen bij een lokaal biertje of een Guinness.
Op aanraden van Sheena sluit ik mijn avond af in The Quays, een 400 jaar oude pub waar historie en traditie samensmelten tot een heftig vibrerende pubervaring vol Ierse muziek en toevallige contacten. Als afsluiter ‘beloon’ ik mezelf met ‘a small pint’, meer bepaald een Guinness. Geen goed idee, want ook nu weer krijg ik dit bier niet door mijn strot. Het zal wel aan mij liggen.
The Banshees of Inisherin, die vannacht kans maakt op meerdere Oscars, werd deels op Inishmore opgenomen
Flaneren langs de kaaien
Galway is eveneens een havenstad, gelegen aan de Galway Bay, met de rivier de Corrib die de stad in tweeën verdeelt. Om de stad en de buitenwijken wat beter te leren kennen, huur ik de volgende dag een e-bike, waarna ik richting Salthill fiets. Salthill is een gezellige badplaats die in de loop der jaren is aaneengegroeid met de buitenwijken van Galway. Het zandstrand van Salthill is in de zomer populair bij zonnekloppers. Ik beperk me tot een fietstocht over de dijk, een kustpromenade van nagenoeg twee kilometer lang. Het uitzicht mag er zijn, met een weids zicht op de Atlantische Oceaan, en de gekartelde kustlijn aan de overkant van de Galway Bay.
Via Rusheen Bay freewheel ik verder naar Bearna, een rustige badplaats annex vissersdorpje die tijdens mijn passage – eind mei – een ietwat ingeslapen indruk nalaat. Hoog tijd dat ik terugfiets richting Galway, want in de namiddag staat er een cruise op mijn balboekje aangevinkt. Helaas geen zeecruise op de Atlantische Oceaan, maar een riviercruise op de rivier de Corrib. Het gezapige tempo staat haaks op mijn temperament, al hoor je mij niet klagen, want het uitzicht over Lake Corrib mag er best wezen.
De Aran-eilanden
De volgende dag scheep ik vanaf de kaaien in Galway al vroeg in richting Aran Islands, een archipel van drie eilanden, waarvan Inishmore het grootste en meest bekende is. Het eiland diende onlangs deels als decor bij de cultfilm The Banshees of Inisherin . De film werd dit jaar genomineerd voor maar liefst negen Oscars.
Inishmore bestaat vooral uit immense vlaktes, door stenen muren afgescheiden landbouwpercelen en indrukwekkende kliffen. Ik ontscheep – samen met een horde toeristen – in het pittoreske haventje van Kilronan, waarna iedereen de wijde natuur intrekt. Sommigen te voet, anderen per minibus, per huifkar – een zogenaamde jaunting car – of met een huurfiets. Ik kies voor de fiets en doorkruis het eiland van noord naar zuid, en van oost naar west. Onderweg is het soms puffen geblazen, want bepaalde gedeeltes zijn best steil. Al is het ook volop genieten. Vooral de kliffen bij Dun Aonghasa en de ruïnes van een fort, daterend uit de ijzertijd, nabij Dun Duchathair, laten een diepe indruk na, om dan nog maar te zwijgen van de desolate omkadering.
Een man met een plan
Met een terugvlucht in de late namiddag vanuit Dublin, besluit ik voor mijn laatste dag op Ierse bodem de N59 en de op de N59 aansluitende Sky Road-lus dwars door het Connemara National Park te nemen. De Connemara is één van de mooiste – en meteen meest ruige – streken van Ierland. De N59 is geen snelweg, waardoor je als automobilist regelmatig een parkeerplaats kan opzoeken, om voluit te genieten van de soms betoverende vergezichten vol groene heuvels, roestkleurige veenmoerassen, grijsblauwe meren, zandbaaien en natuurlijke havens. Tijdens mijn passage kreeg ik de vier seizoenen in één dag te verwerken, met een weifelende zon die het landschap de ene keer in donkere silhouetten omhulde, de andere keer haar krachtigste stralen bovenhaalde, om het bergachtige achtergronddecor in vuur en vlam te zetten.
Via het gezellige marktplaatsje Clifden rijd ik tenslotte naar Kylemore Abbey, één van de mooiste abdijkastelen van Ierland. Dit neogotische kasteel wordt sinds de jaren 20 van de vorige eeuw gerund door Benedictijnen nonnen, die oorspronkelijk uit Ieper afkomstig waren. Anno 2023 kan je de site gedeeltelijk bezoeken, niet alle delen zijn open voor het publiek. Ik was vooral onder de indruk van de vele tuinen omheen het kasteel. Maar ook de setting – met Kylemore Lough op de achtergrond – is magisch te noemen.
Praktische info
De reis
We maakten deze reis in samenwerking met Tourism Ireland.
We vlogen met Aer Lingus op Dublin, waarna we met een huurauto naar Galway reden. Reken op een trip van 2.30 uur. En niet vergeten: in Ierland rijdt men links.
Het verblijf
Ik sliep in The Ardilaun House Hotel, een proper, maar ietwat gedateerd, 4*-hotel in een residentiële buitenwijk van Galway.
Nuttige websites
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier