Toledo is een fascinerende stad, vol schitterende gebouwen. (gf)

Op zoek naar de ziel van het Spaanse Toledo, een unieke stad waar de tijd geen vat op krijgt

Diep in het Spaanse binnenland schittert Toledo als een stenen icoon op zijn granietrots. Verschillende volkeren en culturen zijn op deze ongrijpbare hoogte achter de Taag gepasseerd en hebben hun sporen nagelaten. Toledo is een ommuurd museum, waarover schijnbaar een stolp werd geplaatst zodat de tijd er geen vat op kon krijgen. Dwalen door het netwerk van de kronkelige straatjes is als een schilderij van ‘stadsschilder’ El Greco: kleurrijk, expressief en ietwat bevreemdend.

We kunnen ons geen mooier begin van een bezoek aan Toledo bedenken dan op het terras van de Parador. Dit imposante hotel ligt op de top van de Cerro del Emperador nabij de rivier de Taag en heeft daardoor een verbluffend uitzicht over de stad. De avondzon legt een bruingele gloed over de glinsterende Taag en de daken van de kerken en paleizen. Een tijdloos beeld.

Ditzelfde gevoel hebben we als we de binnenstad verkennen. Nog steeds wordt de plek gedomineerd door smalle straatjes met okerkleurige huizen die de vroegere bewoners hier nalieten. Ze hebben nog altijd dezelfde bekoorlijkheid als toen christelijke ridders in maliënkolder passeerden, de ezel het enige vervoermiddel was en mohammedaanse muezzins vanop de minaretten opriepen tot het gebed. Hier rondstruinen betekent ook flink sjouwen. Door de pittige hoogteverschillen stoot je vaak op steile trapstraatjes, die nu eens bergop dan weer bergaf voeren.

Toledo is een stad waar de geschiedenis in dikke lagen is opgetast. Eeuwenlang leefden moslims, joden en christenen relatief vreedzaam naast elkaar en zo ontstond er een mix aan culturen en bouwstijlen. Aan deze tolerantie kwam een einde toen de ‘Katholieke Koningen’ (Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië, grondleggers van het moderne Spanje, red.) eind 15de eeuw besloten om Joden en Moren te bekeren of uit te wijzen.

Reconquista

De Cathedral de Santa Maria is een uitbundig voorbeeld van de christelijke ‘reconquista’. Weinig kerken zijn zo overdadig bedeeld met kunstschatten. Het is een waterval van goud, zilver en marmer. Opsommen wat op je weg komt, is onbegonnen werk, maar mis zeker niet het polychroom hoogaltaarretabel, het koorgestoelte met indrukwekkend houtsnijwerk, de sacristie met werk van onder meer El Greco, Titiaan, Goya en Caravaggio en ten slotte het marmeren altaarstuk van Tomé waar je wel enkele minuten zoet mee bent om alles te vatten en te zien.

Hier rondstruinen betekent ook flink sjouwen: door de pittige hoogteverschillen en de steile trapstraatjes”

Ook de klooster en de kerk van San Juan de los Reyes getuigen met hun flamboyante gotiek van katholiek triomfalisme. De kloostergang met rijk gedecoreerde zuilen is van een verstilde klasse. Het klooster moest de laatste rustplaats worden van de Katholieke Koningen, maar de monarchen veranderden hun plannen. Het opzet was een beetje provocerend, want het gebouw ligt pal in de ‘Juderia’, de Joodse wijk die ontvolkt geraakte toen de bewoners in 1492 niet meer gewenst waren.

Toch is de vroegere Joodse aanwezigheid in de wijk nog steeds tastbaar. De Sinagogo del Transito werd in de 14de eeuw gebouwd door de schatrijke Samuel Levi, die schatbewaarder was van de Spaanse koning. Prachtig is het plafond en de galerij waar de vrouwen mochten zitten. Zijn aanpalend huis is nu het Museo Safardi, waar je meer te weten komt over de geschiedenis van de Joden. In de buurt ligt ook de Sinagoga Santa Maria La Blanca, het oudste en tevens het grootste Joodse gebedshuis dat later werd verbouwd in een kerk. Het interieur is inderdaad wit.

Moors erfgoed

De moslims of de Moren hebben ook hun stempel op Toledo gezet. Van de 8ste tot de 11de eeuw zwaaiden ze de plak in deze stad die toen Toilatola heette. Eind 11de eeuw heroverden de christenen de stad, maar zelfs daarna bleef de mohammedaanse invloed belangrijk en was het Arabisch nog lang de voertaal naast het Spaans. Eind 15de eeuw was het mooie liedje van de co-existentie uit, maar het Moorse erfgoed bleef. Zo zie je nog overal Arabische inscripties en hoefijzervormige bogen. De oude vestigingsmuren en stadspoorten (o.a de Puerta de Bisagra) stammen uit de Moorse tijd. Ook het Alcazar (indrukwekkend fort op het hoogste punt) en de Plaza de Zocodover dateren uit deze periode, al zie je hier niet veel meer van de Arabische invloed door latere verbouwingen en aanpassingen.

In de smalle straatjes lijkt de tijd te hebben stilgestaan. (gf)
In de smalle straatjes lijkt de tijd te hebben stilgestaan. (gf)

Van de tien moskeeën die Toledo ooit bezat, blijft er maar eentje over: de Mezquita Cristo de la Luz. Aan deze moskee kleeft een legende. Toen de stad door de Christenen werd veroverd, weigerde het paard van de koning bij de moskee nog een stap te verzetten. Op zoek naar de oorzaak van dit merkwaardig fenomeen, vond men in een verborgen nis in de moskee een brandende kaars die sinds de komst van de Moren was aangestoken en dus al eeuwen in het geheim brandde. Pas toen die kaars uitgeblazen werd, wilde het paard verder. Sindsdien werd de moskee omgevormd tot de Kerk van Christus van het Licht.

El Greco

In 1577 arriveerde een Griekse schilder in Toledo. Hij had het er zo naar zijn zin, dat hij er zou blijven. Hij heette Domenikos Theotokopoulos, maar dat vonden de Spanjaarden te moeilijk. Hij kreeg de naam El Greco, de Griek, en zo zou hij de kunstgeschiedenis ingaan.

In de luwte van Toledo ontwikkelde El Greco een eigen stijl, die niet altijd door zijn tijdgenoten werd begrepen. Hij schilderde net zoals zijn collega’s vooral portretten en bijbelse taferelen, maar deed dit op een eigenzinnige manier. De kleuren van El Greco zijn die van zuurstokken, perspectief is onbestaand, de verwrongen anatomie is vaak lachwekkend. De verklaring is dat de voormalige iconenschilder met zijn schilderkunst wilde doordringen tot de onzichtbare, goddelijke werkelijkheid. Die verbondenheid tussen natuur en bovennatuur zie je het best op El Greco’s beroemdste doek ‘De begrafenis van de graaf van Orgaz’ in de kerk van Santo Tomé. Het is een complexe voorstelling vol dynamiek en contrasten. Kleurrijk, expressief en bevreemdend. Volgens sommigen heeft deze geagiteerde Griek met dit werk Spaanser dan Spaans de ziel van tijdloos Toledo gevat.

Aan deze Mezquita Christo de la Luz weigerde het paard van de koning verder te stappen. (gf)
Aan deze Mezquita Christo de la Luz weigerde het paard van de koning verder te stappen. (gf)

Voor we Toledo verlaten houden we halt in de Obrador de Santa Tomé, waar we genieten van dé lokale lekkernij. Tijdens de Reconquista was er gebrek aan voedsel en besloten kloosterzusters om amandelen met suiker te vermengen. Met een stok, maza geheten, sloegen ze de amandelen stuk en zo kregen ze een pan, een brood. Marsepein dus. In de Obrador wordt de marsepein volgens het oude recept gemaakt. (Door Peter Van Oyen)


Praktische info

We maakten deze reis op uitnodiging van de Spaanse Dienst voor Toerisme en Toerisme Toledo (www.turismo.toledo.es).

We vlogen met Brussels Airlines (www.brusselsairlines.com) in ongeveer 2 uur tijd naar Madrid. Van daaruit ben je met de (huur)auto in iets meer dan een uur in Toledo. Met de sneltrein vanaf station Madrid-Puerta de Atocha doe je er ongeveer 30 minuten over.

We sliepen in Hotel Carlos V, een centraal gelegen hotel nabij de Plaza de Zocodover met een prachtig dakterras met mooi zicht op de kathedraal (www.carlosV.com). Alternatief is de Parador de Toledo aan de overkant van de Taag met verbluffende zicht op Toledo (www.paradores.es/es/paraodor-de-toledo).

Wie zin heeft in de authentieke keuken van Castilla-La Mancha, kan terecht in Restaurant La Cave (www.restaurantlacave.com). La Clandestina is dan weer een trendy restaurant (www.clandestina.la)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier