Tignes, iconisch skistation in de Franse Alpen

Met ruim 300 kilometer aan zeer gevarieerde pistes en zelfs eentje op 3.456 m hoogte is het machtige skigebied van Tignes – Val d’Isère een van de meest geliefde in de Franse Alpen.

Aan wereldberoemde skiresorts geen gebrek in Frankrijk, waar megaskigebieden als Paradiski, Portes du Soleil en Les Trois Vallées elke winter pochen met hun grootte. Met 300 kilometer aan piste is ook Tignes – Val d’Isère (vroeger bekend onder de naam Espace Killy) een haast eindeloos wintersportparadijs, en nog meer dan zijn drie concurrenten is het the place to be voor gevorderde, sportieve en avontuurlijke wintersporters.

Een waar wintersportmekka dus – niet voor niks komen hier de grootste skikampioenen ter wereld trainen – met een variëteit aan pistes die je zelden in andere skigebieden tegenkomt, van zeer steil tot glooiend en van breed tot bochtig. Met twee gletsjers en een enorme hoogte is Tignes – Val d’Isère bovendien erg sneeuwzeker – geen overbodige luxe dezer dagen.

Dorpen met geschiedenis

Lang voordat befaamde Franse wintersportdorpen als Les Arcs, Val Thorens of Avoriaz het levenslicht zagen (in de jaren 60 dus), werd er in Tignes en Val d’Isère al volop geskied. In 1936 ging in beide dorpen een skilift open en werden de eerste wintersporters verwelkomd. Pionierswerk dus, al verging het Tignes lang niet zo goed als Val d’Isère, dat anno 2024 nog steeds een zekere authentieke charme biedt. In 1952 verdween het oorspronkelijke Tignes namelijk in het water door de bouw van een grote stuwdam, om een tiental jaar later uit zijn as te verrijzen.

“Tignes biedt liefst acht maanden per jaar minimaal duizend hoogtemeters aan piste aan”

Sindsdien is Tignes flink gegroeid, tot een uit de kluiten gewassen skidorp met vier wijken, waarvan het kloppende hart gevormd wordt door Le Lac en Val Claret, die 300 meter boven het stuwmeer uittorenen op een indrukwekkende hoogte van 2.100 meter. Samen liggen ze in een grote kom boven de boomgrens, volledig omringd door imposante witte reuzen, als een betonnen nederzetting in een maanlandschap. Wat lager ligt Tignes 1800 Les Boisses, de meest recente wijk (gebouwd in 2013), aangelegd rond een replica van de voormalige kerk die zes decennia eerder onder water verdween. Tot slot herbergt Tignes nog Les Brévières, zonder twijfel de meest authentieke wijk van het dorp, bestaande uit een rist mooie chalets.

Absolute wereldtop

Tignes mag dan wel wat authenticiteit missen, het heeft genoeg troeven om de meest sceptische skiër te overtuigen. Zo biedt het skiresort maar liefst acht maanden per jaar minimaal duizend hoogtemeters aan piste aan, met dank aan de gletsjer van La Grande Motte. Tel daarbij de enorme uitgestrektheid, de uitstekende voorzieningen, prima accommodaties en moderne liften op en je kunt je zo voorstellen waarom Tignes tot de absolute wereldtop behoort.

Bovendien valt er hier behoorlijk wat te beleven wanneer de pistes stilaan sluiten. In Val Claret bijvoorbeeld vind je op elke hoek van de straat wel een bar, pub, restaurant of discotheek. Leuk weetje: Frankrijks bekendste après-skitent – La Folie Douce – zag hier (in Val d’Isère om precies te zijn) in 1980 het levenslicht. Sindsdien kregen nog zes andere Franse skigebieden hun eigen Folie Douce (Val Thorens, Méribel, Alpe d’Huez, Saint Gervais – Megève, Avoriaz en Les Arcs).

Van Tignes naar Val d’Isère

Vanuit Val Claret of Le Lac heb je aan twee liften genoeg om dat andere Franse icoon, Val d’Isère, binnen te glijden. In de jaren 30 van de vorige eeuw begon het hier allemaal met één lift en vier hotels; tegenwoordig is Val d’Isère, dat in 1992 nog de Olympische Winterspelen over de vloer kreeg, berekend op maar liefst 28.000 gasten, die hier een brok authentieke charme vinden, met dank aan de mooie barokke kerk met daaromheen oude chalets in traditionele stijl, opgetrokken uit steen, hout en leisteen. Lange tijd was Val d’Isère namelijk een boerendorp, prachtig gelegen aan het einde van een lange vallei, op een steenworp van de Italiaanse grens, enkel te bereiken via een karrenspoor. De boeren werden in de jaren 30 omgevormd tot skileraars en de eerste hotels werden gebouwd. Tegenwoordig is Val d’Isère een wintersportparadijs met allure en klasse, waar van eind november tot begin mei geskied en gesnowboard kan worden, al valt er ook uitstekend te shoppen, te feesten, te fatbiken, te sneeuwkarten of te ijsklimmen op de ijsmuur van La Daille.