10 tafelmanieren die iedereen moét kennen
Etiquette: voor sommigen te oubollig en artificieel, voor anderen een standaard die iedereen zou moeten kennen. Op restaurant kunnen we al een zekere etiquette verwachten, maar ook thuis of bij vrienden maken beleefdheidsregels de maaltijd en het samenzijn aangenamer. Voor het volgende etentje lijsten wij de belangrijkste regels op die je best in je achterhoofd houdt.
1. Praat niet met een volle mond en smak niet
Praat niet met je mond vol. Het gebeurt sneller dan je denkt. Aan tafel dus eerst je mond leegeten voordat je iets zegt. Niets is zo onaangenaam voor je tafelgenoot dan het vermorzelde eten in je mond te zien.
Niemand denkt dat hij of zij het doet, maar veel mensen smakken. De meerderheid smakt met de mond open, maar veel mensen smakken ook met hun mond toe. Neem daarom kleine stukken in je mond en prop hem niet vol.
2. Tafel dekken
Wanneer je de tafel dekt, leg je de vork links met de tanden naar beneden, het mes rechts met de tanden naar binnen en de lepel komt aan de rechterkant naast het mes met de holte naar beneden. Het glas komt rechts boven het bord te staan.
3. Respect tonen voor elkaar
Tijdens het eten gaat alle aandacht naar de mensen die bij jou aan tafel zitten. De grootste ergernis tegenwoordig is het gebruik van mobiele toestellen. Voortdurend zitten te sms’en is heel erg asociaal. Zet je gsm op trilalarm, zodat je bereikbaar bent, maar zonder je even af als je toch echt dringend moet bellen. Of je kijkt pas op je telefoon als de ander naar het toilet gaat.
Je blijft ook aan tafel tot iedereen klaar is met eten en tot wanneer de gastvrouw of –heer toestemming geeft om de tafel te verlaten. Ook thuis vergeten de ouders vaak dat ze hun kinderen niet zomaar van tafel mogen laten gaan wanneer het hen schikt. Kom ook niet te laat, al helemaal niet op een belangrijke afspraak. Een selfie maak je niet aan tafel (tenzij je met je vriendinnen bent).
Wie betaalt het etentje? Nodig je iemand uit op restaurant, dan is het ook de bedoeling dat je de rekening betaalt. In duurdere restaurants kan je vooraf duidelijk maken wie uitnodigt, zodat de anderen een menu krijgen waar geen prijzen bij vermeld staan. Gaan jullie de rekening splitsen? Vertel dat dan bij het vragen van de rekening. Dan kan de kelner alles voorbereiden voor hij naar jullie tafel komt met de rekening.
4. Niet blazen
Niet blazen op warme soep of warm eten op je bord. Het is ontzettend vervelend om de wind die een ander blaast in je gezicht te krijgen. Soms blazen andere mensen ook te hard en word je bespat door de soep. Houd je lepel gewoon recht tot de soep afgekoeld is en neem hem dan binnen.
Als je soep hebt gegeten, laat je ook nooit je lepel in de kom liggen, maar op het bord hieronder.
5. Niet te veel opscheppen
Gooi je bord niet bomvol, zodat je de helft niet op kunt en het laat liggen. Het is niet beleefd om je bord niet leeg te eten. Je schept beter twee of drie keer bij zodat je beter doseert wat je eet.
Wat je zeker ook niet mag doen, is het aperitief achterover slaan. Oftewel: atten. Het is tenslotte geen stapavondje met je vriendinnen. Neem er dus kleine nipjes van!
6. Speel niet met je bestek of eten
Waarschijnlijk de meest vergeten regel aan tafel: eet met mes en vork! Ga niet met je eten lopen knoeien, houd het netjes op je bord. Plet ook geen aardappelen tot puree op je bord. Neem van alles een klein beetje en doe dat op je vork. Breng de vork of de lepel naar je mond en niet je mond naar je bord.
Wat eet je met je handen? Schaal- en schelpdieren, pizza en vlees met been kan je met je handen eten. Ga zeker niet je etensresten van tussen je tanden peuteren! Gebruik geen tandenstokers. Ook niet als je deze achter een servet houdt. Heb je iets tussen je tanden, loop dan gewoon even naar het toilet.
Met je bestek spelen, zwaaien of wijzen is not done. Ben je klaar met eten? Leg je bestek dan netjes naast elkaar op het bord.
7. Beleefdheid tegen ober
Op restaurant ben je ook beleefd tegen de obers. Tik niet met je vingers of met je bestek tegen je glas om zijn of haar aandacht te trekken, en uitgebreid zwaaien is ook uit den boze, gewoon een discreet maar duidelijk signaal is voldoende.
Heb je de kaart goed doorgenomen, doe ze dan dicht. Zo weet het zaalpersoneel dat je klaar bent om te bestellen.
8. Houding
Zet je recht aan tafel. Schuif je voeten onder je stoel, dat brengt je automatisch in een betere zithouding. Houd je twee handen altijd boven tafel. Zet je ellebogen niet op tafel maar laat je handen met je polsen rusten op tafel. Hou ook je voeten van tussen andere mensen hun benen. Een servet hoort op je schoot te liggen.
9. Klinken en wijn drinken
Neem je wijnglas altijd vast bij de steel. Bij het proosten hoef je niet per se te ‘klinken’ met de glazen. Je heft je glas op en kijkt iedereen aan, want ja: niet aankijken is 7 jaar slechte seks.
Wil je wijn proeven zoals de echte profs? Bekijk de kleur aandachtig. Ruik een eerste keer aan het glas. Laat dan de wijn zachtjes in je glas rondwalsen. Hou je neus aan het glas en adem gelijkmatig in. Zet het glas aan je mond en neem een deftige slok. Denk even na over wat je proeft en knik kort naar de sommelier wanneer de wijn goed is. Bij kurksmaak kan je de fles wijn teruggeven.
10. Naar het toilet gaan of roken
Wanneer je naar het toilet moet, verontschuldig je dan even. Doe je toiletbezoek tussen de gerechten door, dus zorg dat niemand nog aan het eten is. Hetzelfde geldt voor roken. Roken doe je trouwens liefst na het hele diner (en buiten).
Succes!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier