Rani De Coninck: “Sinds de dood van mijn zus leef ik voor twee”
Het kwik daalt dezer dagen tot onder het vriespunt, maar in het hart van Rani De Coninck (46) is het altijd warm. Haar drie kinderen, de liefde voor koken en haar passie voor radio en televisie, zorgen voor rust in haar leven. “Maar als het tijd is voor een nieuwe uitdaging, sla ik mijn vleugels weer uit.”
Rani, sta me toe te zeggen dat je straalt.
(lacht) Dank u. Ik zit inderdaad heel goed in mijn vel.
Op je 21ste nam je deel aan Miss Belgian Beauty, dan moet je toch altijd redelijk zelfzeker geweest zijn?
Wel integendeel. Ik was een onzeker en verlegen meisje. Laat staan dat ik met plezier in badpak zou paraderen voor een jury vol mannen. Maar op een bepaald moment werd er dan voor het eerst Miss Belgian Beauty georganiseerd. De beste vriendin van mijn moeder zei meteen ‘dat is iets voor u, Rani’. Maar geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht me in te schrijven. Tot mijn mama zei dat ik een reis naar Tenerife kon winnen als ik bij de laatste twintig was. Dat wierp een ander licht op de zaak. (lacht)
Je deed het voor de reis, maar uiteindelijk won je.
Dat was helemaal niet mijn plan. Ik had een diploma Tolk-Vertaler en ik wilde eigenlijk naar Engeland of de Verenigde Staten en Frankrijk reizen om de talen nog beter onder de knie te krijgen. Uiteindelijk ben ik door mijn overwinning hier blijven plakken en heb ik ontdekt dat ik gemaakt was om in de media te werken.
Wanneer is een vrouw mooi?
Jonge meisjes kunnen heel mooi zijn, maar ik vind vrouwen die al wat levenservaring hebben, doorgaans alleen maar mooier worden. Ze doen daar niets speciaals voor: het zit in hun blik, in hun lach, in hun uitstraling. Daar zit een heel leven achter. Als ik naar mijn mama kijk bijvoorbeeld, ze wordt dit jaar 80, dan denk ik ‘wat een mooie vrouw is dat toch’. Ik kan daar oprecht bewondering voor hebben.
Ben je bang om ouder te worden?
Nee, ik ben altijd blij als ik verjaar want wat ik gehad heb, kunnen ze me niet meer afpakken. Ik ben mijn zus verloren toen ze 23 was. Dus voor mij is ieder jaar ouder dan 23 winst, een extra. Ik zou voor geen geld ter wereld opnieuw 18 willen zijn. Ik heb in die periode heel veel verdriet gehad, ik heb er weinig goede herinneringen aan. Misschien heb ik een stuk jeugd gemist … (denkt na) Ik ben daar eigenlijk zeker van. Maar ik mís het niet. Als ik andere mensen bezig hoor over hun jeugd, over uitgaan, dan denk ik ‘oh, dat heb ik allemaal niet meegemaakt.’ Maar ik heb niet het gevoel dat ik iets gemist hebt. Ik ben gewoon heel snel volwassen geworden.
Ik ben altijd blij als ik verjaar want wat ik gehad heb, kunnen ze me niet meer afpakken.
Sta je door dat verlies van je zus anders in het leven?
Ja, helemaal. Je leest zo’n dingen in de kranten en je denkt ‘zo erg.’ Als je dat dan zelf meemaakt, staat je wereld stil. Dan besef je dat het jou ook kan overkomen. Dat werkt heel verlammend. Ik bereikte mijn zus haar leeftijd, ik trouwde, ik werd zwanger. Allemaal momenten waarop ik enorm bang was. Ik heb dat moeten leren loslaten, een klik moeten maken. Het kon zo niet verder. Als mijn zus me zo had gezien, was ze zeker heel boos geweest. Ik besefte toen: ‘Rani, je moet voor haar leven. Voor twee.’ En dat doe ik.
Je zus stierf in een auto-ongeval. Ben je dan overbeschermend nu je oudste kinderen dezelfde leeftijd hebben?
De eerste keer dat mijn zoon wegreed met de auto ben ik in mijn bed gekropen en heb ik heel hard geweend. Ik had hem gevraagd een berichtje te sturen als hij aangekomen was. Hij heeft dat toen gedaan en ik heb op dat moment tegen mezelf gezegd dat ik dat nooit meer mocht vragen van hem. Ik mag er geen schrik voor hebben, ik moet dat loslaten en vertrouwen hebben. Ik geloof in het lot: als het in de sterren staat geschreven, zal het toch gebeuren. Ik kan daar niets aan veranderen.
Heeft het moederschap jou als mens veranderd?
Ik denk het niet. Het zorgt gewoon voor een hele grote zwakke plek. Het moederschap maakt je zo sterk als een leeuwin, je wil vechten voor je nest. Maar langs de andere kant maakt het je ook heel zwak. Want je hebt daar die achillespees, je kinderen. Als ze daaraan komen, ga je onderuit.
Je was al 39 toen Leon geboren werd. Hoe kijk je daar nu op terug?
Dat was magisch. Zwanger zijn op zich vond ik het zaligste dat er bestond, maar het feit dat mijn andere twee kinderen het heel bewust meemaakten, gaf een extra dimensie. En ook na de geboorte was het fantastisch om mijn oudste kinderen bezig te zien met zo’n kleine baby. Mijn oudste zoon kon dan aan Leon zijn wieg zitten en zeggen ‘Ik ben verliefd, mama’. Prachtig.
Je bent tegenwoordig heel fel bezig met gezonde voeding. Hoe is dat gegroeid?
Het gaat niet zozeer over gezonde voeding, wél over lekkere en verse voeding. Het leven is te kort om slecht te eten. Ik kook heel graag en ik ben sowieso geen snoeper. Ik hou niet van kant-en-klare maaltijden en ik vind het belangrijk dat ons gezin vers en seizoensgebonden eet. Door met Mijn Restaurant bezig te zijn, heb ik nog meer goesting gekregen om beter te koken. Als je uren moet wachten met Peter Goossens aan je zijde dan krijg je echt zin om met betere producten te koken. Liever minder vlees, maar van betere kwaliteit, bijvoorbeeld.
Wat betekent koken voor jou?
Liefde geven. Ik zou niet kunnen koken voor iemand die ik niet graag heb. Het is een beetje liefde uitwisselen. Ik ben niet iemand die makkelijk praat over gevoelens, maar ik laat het dan op mijn manier zien. Ik toon het. Als ik kook, zeg ik eigenlijk heel de tijd: ik zie u graag.
Ik praat niet makkelijk over mijn gevoelens.
Heb je het zo moeilijk om dat uit te spreken?
Best wel, want ik begin meteen te huilen als ik dat doe omdat het van zo diep komt. In gesprekken met Leon lukt me dat wel iets beter. Die is zelf gul in het verwoorden ervan. Dan probeert hij ook altijd te zeggen hoevéél hij van me houdt. Als ik dan zeg ‘ik hou van jou tot aan de sterren en de maan en terug, dan zie je hem denken: wat is er nog verder dan dat? (lacht) Een tijd geleden zei hij ineens: ik hou van jou zoveel als een schele naar zijn neus kijkt. (hilariteit) Hoe komt zo’n kind daar nu op? Schitterend, toch.
Als jij in de spiegel kijkt, zie je dan een vrouw die er volledig voor gaat?
Altijd. Ook al is dat al eens met de bluts en de buil. Ik zeg van nature op heel veel ja, net zoals in de film ‘Yes Man’. Het is al vaker gebeurd dat ik een aanbieding kreeg en dan meteen zonder nadenken toezei. Nadien stond ik daar dan: ‘wacht even … over wélk programma gaat het precies?’ (lacht)
Je hebt er al een heel uitgebreide carrière opzitten, de ene keer in de spotlights, dan weer wat minder. Maar je zorgde wel steeds voor een comeback.
Een technicus van de VRT vergeleek me eens met het onkruid Haagwinde. Als je het een keer in je tuin hebt, krijg je het er nooit meer weg. Maar ik denk daar ook niet bij na. Het is niet zo dat ik bewust kies om even onder te duiken zodat ik nadien des te interessanter ben. Nee, dat gebeurt gewoon. Als ik voel dat mijn verhaal ergens geschreven is, dan sla ik mijn vleugels uit. Stilstaan is achteruitgaan.
Wat maakt jou gelukkig?
Ik heb mede door wat er met mijn zus gebeurd is, heel erg het gevoel dat ik van de kleine dingen moet genieten. Ik kan echt een pauzeknop indrukken. ‘Rani, geniet nu even vijf minuten van dat zonnetje want straks is ze weg.’ Ook al heb ik het druk, ik maak er altijd tijd voor. Toen mijn oudste kind geboren werd, had ik een megadrukke periode met radio en tv. Ik deed tien dingen tegelijkertijd maar ik schrapte toen al dagen in mijn agenda die ik helemaal voor Beau reserveerde. Dan mocht de koning himself bellen, ik kon met alle gemak van de wereld zeggen ‘oh nee, dat zal niet gaan, ik ben niet vrij.’ Ongegeneerd. Ik voelde me er niet slecht over. Prioriteiten stellen, dat is het allerbelangrijkste.
Woon je liever op het platteland of hunker je naar de stad?
Ik woon op het platteland, ik ben echt een kind van op de buiten. Ik kan echt niet tegen de stad, ik ben er zelfs allergisch aan. Als ik een tijdje in Brussel of een andere grootstad rondloop, beginnen mijn ogen te tranen en begin ik te niezen. Ik moet buiten in de natuur zijn, dan ben ik het gelukkigst. Wij wonen in een oud huis dat we verbouwd hebben. Een huis met een ziel, een geschiedenis. Ik hou van die warmte. Ik ben een gezelligheidsmens. Ik kan ook wel genieten van een modern huis, maar ik zou er niet in kunnen wonen.
Wat is jouw dierbaarste decoratie-stuk?
Mag het ook iets uit onze tuin zijn? Dan kies ik voor onze twee beuken, de ene is ongeveer 150 jaar oud, de andere 200. Ik kan daar zo van genieten om naar die bomen te kijken. Dan voel ik me zo nietig en geborgen. Na mijn familie zijn zij mijn grootste rijkdom.
tekst: Shauni Deferm – foto’s: VMMA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier