Luc Nilis openhartig over leven, loopbaan en het zwarte gat: “Als mens is Gerets waardeloos”
Een dubbele beenbreuk maakte een abrupt einde aan zijn fantastische carrière. Daarna kroop Luc Nilis door een diep dal. Mislukte voetbalavonturen. Een jarenlange gokverslaving. Een scheiding. Vandaag staat de 49-jarige Zonhovenaar weer op. En spreekt hij open en bloot over die moeilijke periode. Hij blikt ook terug op zijn carrière. “Eric Gerets heeft mij geliquideerd bij PSV.”
Interviews geven doet hij zelden. Deze week maakt hij een uitzondering. We zitten op een terrasje in de Limburg. De zon straalt. Net als Nilis. Hip jeanspakje heeft hij aan. De voormalige balkunstenaar heeft het geluk hervonden. In Eindhoven, waar anders, is hij nu spitsentrainer bij PSV. Een job, hem op het lijf geschreven. Hij heeft een biografie uit, De Waarheid, waarin hij terugblikt op leven en loopbaan. Een rijke loopbaan met tientallen heerlijke doelpunten. Acht seizoenen Anderlecht, zes seizoenen PSV, goed voor zes titels en vier bekers. In 2000 zou hij een laatste avontuur aangaan: Aston Villa. Maar na drie wedstrijden loopt het fout. Een zware aanvaring met de Ipswich-goalie. Dubbele beenbreuk. Carrière voorbij. En het begin van een zwarte periode.
“Dat was een eerste klap. Ik heb 2,5 jaar gerevalideerd. Je probeert dan iets anders te doen in je leven. Ik heb in het makelaarskantoor van Dirk Degraen geïnvesteerd, SEM. Fout. Dat ging op de fles. Dan werd ik technisch directeur bij Heusden-Zolder. Helemaal fout. Ik werd budget beloofd dat er niet was. En dan, ja. (zwijgt even) Dan wou ik even niets doen. Maar dan zit je daar, thuis. Je verveelt je. En iemand reikt je een strohalm aan. De verkeerde. Maar je beseft dat niet op dat moment. Je denkt dat dat vrienden zijn, maar dat waren het niet.”
Je begon te gokken.
En zwaar zelfs. De adrenaline die ik voordien in het voetbal vond, zocht ik nu in het kaarten. Spelen voor geld. Dat ging van kwaad naar erger. Ik was nog zelden thuis. Ik heb veel geld verloren. Want laat me eerlijk zijn: je kan één keer winnen in het kaarten, maar op termijn verlies je altijd. Al heb ik nooit schulden gemaakt. Dat zou ik niet gekund hebben.
Is je scheiding een gevolg daarvan?
Voor een groot deel wel, ja. (zwijgt even) Je groeit uit elkaar. Je zit zo vast in die verslaving, je ziet niets anders meer. Dat heeft drie à vier jaar geduurd.
“Nu gok ik niet meer. Geen behoefte meer. Ik besef goed dat ik stom ben geweest.”
Hoe ben je erbovenop gekomen?
Mijn ex-vrouw Patsy heeft aan de alarmbel getrokken. Net op tijd. Gelukkig. Ook PSV heeft mij een reddingsboei toegeworpen: ik kon er in de scouting aan de slag. Maar pas in Turkije ben ik er helemaal bovenop gekomen. Begin 2011 werd ik er assistent van Fuat Capa. Dat avontuur kwam op een ideaal moment. De drang is daar helemaal verdwenen. Nu speel ik niet meer. Geen behoefte meer. Ik besef goed dat ik stom ben geweest.
Wil je met je verhaal ook een signaal geven?
Absoluut. Zeker aan jonge sporters. Je verdient veel geld op korte tijd, maar dat raakt sneller op dan je denkt. Zoek iemand die je kan begeleiden. Iemand die er iets van kent. Want je moet eerlijk zijn, ook de meeste ouders hebben die knowhow niet. Weet je, ik zie mijn verhaal vandaag als iets moois, omdat ik er goed ben uitgekomen, en het een les kan zijn voor anderen.
In je biografie vertel je emotioneel over je relatie met je vader Roger die ook in eerste klasse speelde. Heb je je voetbalsuccessen aan hem te danken?
Voor een groot deel wel, ja. Veel kinderen zetten zich af van hun vader. Ik heb dat nooit gedaan. Wat hij zei, maakte mij beter. Ik voelde dat. Maar hij dwong me nooit tot iets. Voetballen was wat ik het liefste deed. Boeken interesseerden mij niet. Vijf jaar geleden is hij gestorven. (stil) Ik was net terug uit Turkije. Twee dagen voor zijn dood hebben we een goed gesprek gehad. Hij wist van mijn problemen. Ik heb hem nog alles kunnen zeggen en vragen. En omgekeerd. Dat heeft me geholpen zijn dood te verwerken. Ik mis hem wel, ja. Als ik mijn ding kwijt wil, ga ik naar het kerkhof.
Vind je het jammer dat je zoon Arne uiteindelijk niet doorgebroken is als voetballer?
Nee, ik ben realistisch. Hij had niet de juiste lichaamsbouw om topsporter te worden. Daarom was hij zo vaak geblesseerd.
Wie was de beste trainer in jouw carrière?
Johan Boskamp: een verademing voor mezelf en heel Anderlecht na Peruzovic. Wij hadden zoveel voetballende kwaliteiten, maar Peruzovic weigerde die te gebruiken. Boskamp hield te veel van voetbal om niet naar voren te spelen. Niet toevallig werden we twee keer na elkaar kampioen. Het klikte direct met hem. En nog altijd. Je moet alleen opletten dat je niet bont en blauw geklopt wordt als je naast hem zit. (lacht)
“Ik had Gerets zijn status als beste Belg bij PSV afgesnoept. Hij kon daar niet mee overweg.”
Met welke trainer kon je niet overweg?
Met Eric Gerets. Ik was nochtans fan toen hij trainer werd bij PSV. Ik keek uit naar onze samenwerking. Maar hij wou mij niet. Al heel snel pakte hij me keihard aan in het bijzijn van de volledige staf. Ik vond dat heel laag bij de grond. Waarom zei hij niet eerst individueel tegen mij wat hij van mij verwachtte? (zwijgt even) Als mens is hij gewoon waardeloos. En ik ben niet de enige die dat zegt. Vrienden van hem zeiden mij hetzelfde.
Jij was boegbeeld en kapitein van PSV. Waarom wou hij je niet?
Om die reden. Ik was te groot voor hem. Ik had zijn status als beste Belg bij PSV afgesnoept. Hij kon daar niet mee overweg. Hij wou zelf op dat podium staan.
Was je zonder Gerets bij PSV gebleven?
Zeker weten. Hij heeft mij daar geliquideerd. Dat is de waarheid.
Jij hebt tientallen heerlijke doelpunten gemaakt. Kan je er één uitpikken?
Als je kijkt naar de context, dan zeg ik mijn doelpunt Europees tegen Zimbru Chisinau. Ginds speelden we 0-0. Thuis zette Gerets me op de bank. Het bleef lange tijd 0-0, de supporters scandeerden mijn naam, maar hij vertikte het mij in te brengen. Twintig minuten voor tijd mocht ik opwarmen, zei hij. Ik antwoordde: ofwel breng je me nu in, ofwel ga ik naar binnen. Hij twijfelde even, maar bracht me toch in. En vijf minuten later trap ik de 1-0 in de kruising. Dat gevoel, weet je, dat was onbeschrijflijk.
Waarom heb jij nooit de Gouden Schoen gewonnen?
Tja, omdat ik nooit ging eten met journalisten, denk ik. Anderen deden dat wel. Ik wou beoordeeld worden op mijn voetbalkwaliteiten.
Je wordt er 49 volgende week. Hoe kijk je naar de toekomst?
Ik kijk nooit ver vooruit. Ik heb nog een contract voor één jaar bij PSV. Laat me hier mijn ding maar doen. Ik voel me goed. Professioneel en privé. Meer moet dat niet zijn.
“Met de tactische instelling die ze nu hebben, gaan de Rode Duivels niet ver geraken.”
Kijk je uit naar de prestaties van de Belgen op het EK?
Ja, natuurlijk. Met dit talent zouden ze minstens halve finale moeten halen. Maar ik vrees ervoor. Met de tactische instelling die ze nu hebben, gaan ze niet ver geraken. De Belgen zijn nog altijd in hetzelfde straatje ziek als in mijn tijd: ze kruipen veel te ver achteruit. Als je op het WK tegen Argentinië met zo’n ploeg geen kans bijeen voetbalt, dan scheelt er iets. Dan doe je het niet goed.
Ligt dat aan de coach Wilmots?
Ja, natuurlijk. Hij bepaalt hoe hoog zijn ploeg speelt. Maar hij is bang. Allé, in de kwalificatie kropen ze zelfs in Wales achteruit. Ik snap dat niet. Zo’n ploeg moet je meteen bij de keel grijpen. Op het EK krijg je Ierland. Als je opnieuw achteruit kruipt, zal het niet lukken, hoor.
Het sportrapport van Luc Nilis
Als kind was mijn idool …
Johan Cruijff.
Vandaag heb ik grote bewondering voor …
Tiger Woods en Roger Federer, sporters die iets speciaals uit hun hoed toveren.
Mijn mooiste sportmoment?
Speler van het jaar worden in Nederland in 1995. Ajax won dat jaar alles. Behalve die trofee.
Mijn grootste ontgoocheling?
Mijn periode bij de nationale ploeg. Mijn kwaliteiten kwamen er nooit tot uiting omdat we veel te ver achteruit leunden. Het WK in Amerika begon nog goed, maar Van Himst heeft dat tactisch verknoeid.
‘De Waarheid’, Luc Nilis en Thijs Slegers, uitgeverij Manteau.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier