Talent heeft de 20-jarige Oyen in overvloed, maar aan zijn stats moet nog gewerkt worden. (foto Belga) © JOHAN EYCKENS BELGA

Luca Oyen is helemaal terug, nu nog het seizoen van de grote doorbraak: “Ja, ik wil Doku achterna”

Het is er nog even op wachten, op het seizoen van de grote doorbraak van volbloed Genkie (al vijftien seizoenen) Luca Oyen (20), één van de grootste talenten van het Belgische voetbal – hij kreeg al op zijn vijftiende een contract van Nike. Na drie basisplaatsen op rij viel de kwieke flankaanvaller de laatste drie matchen naast de ploeg, op Cukaricki donderdag mocht hij wel alweer invallen. Geen onlogische terugval misschien: Oyen was vorig seizoen acht maanden out nadat hij in de openingsmatch zijn linkerkruisband scheurde. Maar dit seizoen moet en zal het gebeuren, die grote doorbraak.

(door Frank Buyse)

“Ik ben er in elk geval klaar voor. Eind vorig seizoen, tijdens mijn eerste speelminuten na acht maanden, voelde de knie aanvankelijk nog wat stijf, maar nu voel ik mij 100 procent fit. Wat niet wil zeggen dat ik al op mijn beste niveau zit, dat moet komen met spelen. Daarom is het best fijn dat de wedstrijden elkaar zo snel opvolgen. De honger is na zo’n lange revalidatie echt wel héél groot. Al viel die periode eigenlijk nog wel mee. Op de eerste twee weken na, toen ik de hele tijd in de zetel moest liggen. Maar eenmaal ik op de club mocht revalideren, viel het wel mee. Ik ben er zelfs mentaal sterker uitgekomen, denk ik. Ik zal er nu ook alles aan doen om mijn basisplaats terug te pakken.”

Er was daarvoor wel eerst nog een gesprek nodig met je coach, die vond dat je het allemaal iets te gemakkelijk opnam?

“Dat was een goed gesprek, ja. Hij vond dat ik nog harder moest trainen, feller moest doorgaan in de duels en zo. (denkt na) Ik teerde misschien iets te veel op mijn pure voetbaltalenten. In elk geval heb ik er vanaf toen alles aan gedaan. Ik kan en wil niet meer tevreden zijn met invalbeurten, maar wil zoveel mogelijk starten. Vanaf nu moet ik elke kans aangrijpen om te tonen dat ik er klaar voor ben.”

Moet je daarvoor vooral niet aan jouw stats werken? Dit jaar nog geen enkele goal of assist in 9 matchen. Op 67 matchen voor Genk zit je nog maar…

(komt tussen) “Ik ken die cijfers… Nog maar twee goals en zes assists, hè? Dat is te weinig, dat is waar. Ik moet doelgerichter worden, efficiënter worden.”

Jouw zware blessure heeft je opgehouden natuurlijk. Maar Doku, Bakayoko… die andere ‘grootste Belgische talenten’ en leeftijdsgenoten, zijn intussen wel al Rode Duivel. En dat heeft ook met hun stats te maken.

“Ik heb bij de nationale jeugd nog met Bakayoko gespeeld. (denkt na) Ik ga er in elk geval alles aan doen om daar ook te geraken.”

Het zijn allebei andere type flankaanvallers: verticaler, explosiever, sneller. Ben jij niet meer een type Leandro Trossard: iets minder snel, maar technischer op de korte ruimte en meer naar binnen dribbelend?

“Dat klopt wel. Al ben ik nu ook niet één van de traagsten. Ik ben niet het type dat als een speer blijft gaan. Ik moet het meer van de korte dribbel hebben.”

Je was volgens jouw vader Davy, ex-prof bij onder meer Genk, PSV, Anderlecht en Nottingham, pas zeven toen je hem al dribbelde.

(lachje) “Ik was altijd met de bal bezig. En ik ben nog even gek van dat spelletje. Thuis ben ik ook constant PlayStation aan het spelen en matchen aan het bekijken. Het is dan wel intussen mijn werk, ik wil er nog steeds evenveel plezier in hebben.”

Intussen is Davy Oyen meer de vader van Luca dan jij de zoon van, niet?

“Pa geeft mij na elke wedstrijd nog steeds de nodige raad, hoor. (grijnst) En hij is best streng! Maar goed streng. Als het goed was, zegt hij het ook. Ik kan niet vergelijken natuurlijk, ik zag nooit wedstrijden van hem. Hoogstens eens een samenvatting.”

Jouw pa regelt samen met Marcos Pereira, vader van Andreas, jouw zaken. Hebben jullie een carrièreplan: dit jaar doorbreken, volgend jaar helemaal bevestigen en dan ook naar het buitenland?

“Ik ben daar eigenlijk niet mee bezig. Eerst dit jaar een goed seizoen draaien. En alles pakken wat ik kan pakken, daarna zien we wel. Eigenlijk begint het voor mij nu pas echt. Maar als ik op televisie wedstrijden zie van de buitenlandse topcompetities, denk ik er natuurlijk wel eens aan: daar wil ik ook ooit spelen.”

Dan wel in de Premier League, want je bent geboren in Nottingham, toen je vader er speelde? Of liever in de Serie A? Je moeder is een Italiaanse.

“Ik ben Belg, maar zou ook de Engelse en de Italiaanse nationaliteit kunnen krijgen. Ik heb er nog nooit over nagedacht of ik daarom liever ooit in Engeland of in Italië zou willen voetballen, maar ik moet wel zeggen dat ik mij op een of andere manier toch half Italiaans voel.”

Mama kan nu nog toekijken dat ik geen al te dure sneakers koop en zo

En er ook half Italiaans uitziet.

“Ik versta ook Italiaans, maar spreek het maar een beetje. We gingen vroeger ook altijd een maand op vakantie naar Italië, we hebben er dicht bij mama’s familie een appartement.”

La famiglia! En la mamma! Je hebt al geruime tijd een vaste vriendin, Evelyne, maar je woont nog steeds thuis.

“Ik ben pas 20 jaar! En mama kan nu nog toekijken dat ik geen al te dure sneakers koop en zo. (lacht) Al houdt mijn vader zich wel bezig met mijn financiën, beleggingen en zo. Ik moet daar allemaal niet over nadenken, ik moet alleen voetballen. Het zou fijn zijn, maar er zijn nog niet meteen plannen om te gaan samenwonen. Het gaat goed zo.”

Je zou nochtans best alleen kunnen wonen met je diploma Voeding en Verzorging.

(lacht) “Ik kan wel wat koken. Wat ik thuis nooit doe. (geschrokken) Maar verder help ik nog evenveel in mama’s huishouden als mijn oudere broer, die bij Maasmechelen speelt, en mijn jongere zus, hoor!”

Tot slot: Genk blijft haperen. Nipt in de top 6, maar slechts één keer kunnen winnen in de laatste vijf competitiematchen. Een titelkandidaat moet beter voorleggen.

“Dat is zo. We willen in elk geval blijven meestrijden voor de titel. We hebben er vorig seizoen maar heel nipt naast gegrepen en ik denk dat we nu nog meer kwaliteit hebben. In die zin wordt Gent heel interessant. Maar of ze een even grote titelkandidaat zijn als Club Brugge, Antwerp of wij, kan ik nu nog niet zeggen. Binnen enkele weken misschien wel.” (lacht)

Je speelt hier als Genkie pur sang nu al vijftien seizoenen en ligt nog onder contract tot 2027, je gaat hier niet weg zonder eens kampioen te spelen, toch?

“Bekerwinst heb ik al mogen meemaken, maar het zou heel mooi zijn natuurlijk, als speler meemaken wat ik als kind al mocht meemaken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier