Tolu Arokodare: “Na een up komt er een down, maar je blijft nooit down voor altijd als je bereid bent om weer op te klimmen.” (foto Getty)

Tolu Arokodare (Genk) is klaar voor de strijd: “Schrijf maar op: wij gaan play-off 1 spelen”

Genk In de strijd om een plaats in de Champions’ Play-offs tussen twee teruggeslagen titelkandidaten kan Genk (6de met 43 punten) tegen Club Brugge (3de met 45 punten) een uitstekende zaak doen. “Ik voel nu meer vertrouwen en de ploeg blijkbaar ook”, zegt Tolu Arokodare (23), erfgenaam van Paul Onuachu die na een bewogen jaar naar zijn beste vorm toegroeit.

Er is veel gebeurd sinds zijn veelbesproken transfer op de slotdag van de wintertransferperiode 2023, toen hij fysieke testen ging afleggen bij Anderlecht en vervolgens een contract tekende in Genk. Bij zijn debuut, op Gent, kroonde Tolu Arokodare zich in een invalbeurt meteen tot man van de match, maar kort daarna viel hij langdurig uit met een gescheurde meniscus. Hij trad wederop in play-off 1 en trof raak in de cruciale wedstrijd tegen Antwerp, maar in blessuretijd maakte een knal van Alderweireld een einde aan de Genkse titeldroom. In de tweede kwalificatieronde van de Champions League begin augustus tegen Servette leidde zijn misser in de strafschoppenreeks de uitschakeling in. In november pakte hij in de Conference League rood tegen Ferencvaros en in december werd hij in de Cegeka Arena op een brancard afgevoerd met een hersenschudding. Maar intussen staat de Nigeriaanse targetman er helemaal: voor het eerst sinds zijn komst scoorde hij twee speeldagen na elkaar, tegen KV Mechelen en RWDM. En vorige week, in Charleroi, loofde de coach hem omdat hij als aanspeelpunt een hele sterke prestatie had neergezet. “Ik voel nu meer vertrouwen”, zegt hij, “en de ploeg blijkbaar ook.”

Wat vergde de grootste aanpassing?

“De spelstijl. Bij Amiens hoefde ik niet zoveel te pressen en in de ruimtes te lopen als hier.”

Ben je conditioneel sterker geworden?

“Ik denk het wel, want de laatste weken laat de coach mij negentig minuten spelen.”

Speelde de schaduw van Onuachu jou parten?

“Het waren grote schoenen om te vullen en dat was lang een groot item, maar ik focus altijd op mezelf en op wat ik kan doen.”

Je zat geregeld op de bank voor Zeqiri of Sor.

“Soms heb je concurrentie nodig om beter te worden. Toen ik zag hoeveel Andi (Zeqiri, red.) liep, hoe hard hij werkte, pushte mij dat om dat ook meer te doen.”

Was het daarom dat je de supporters na de wedstrijd tegen RWDM vroeg om hem te steunen?

“Ik ben een mens en hij verdient het om geapprecieerd te worden en de liefde van de fans te voelen. Dat zal hem motiveren om nog beter te doen. Het is toch niet omdat hij zogezegd een concurrent is dat ik hem iets slechts moet toewensen? Dat is zeker niet de manier om elkaar en het team beter te maken.”

“Als we het goed doen, zullen we krijgen wat we verdienen”

Waar haal je je inspiratie?

“Bij mijn ouders, mensen met een goed hart. En uit mijn geloof, als christen. Het leven zelf inspireert mij, het is als de beurs: na een up komt er een down, maar je blijft nooit down voor altijd als je bereid bent om weer op te klimmen. Ook mijn manager (Jean-Gerard Benoit Czajka, red.) is belangrijk geweest. Toen ik op mijn 18de na een test bij Freiburg niet mocht blijven, was ik triest en bang dat ze mij in Nigeria zouden uitlachen. Maar hij leerde mij toen dat ik dankbaar moet zijn voor de kansen die ik krijg en in elke situatie het positieve moet zien. Dat gaf mij een vertrouwensboost die mij altijd is bijgebleven. Toen twee jaar geleden mijn zoontje Thiago zeven maanden ver in de zwangerschap dood werd geboren en in mijn handen werd gelegd, brak ik. Maar de manier waarop ik in het leven sta, hielp mij om dat te accepteren.”

Je hebt het postuur van een NBA-speler: is basket nooit een optie geweest?

“Neen, mijn passie is voetbal. Mijn eerste woordje als baby was goal. Als er geen bal was, vond ik wel iets anders om tegen te trappen. Na mijn test bij Freiburg, kon ik in Letland bij Valmiera terecht, en een jaar later wou Anderlecht mij en sprak ik met Kompany en Verbeke, maar om financiële redenen werd ik verhuurd aan Keulen. Ik was niet klaar voor de Bundesliga en de Duitse mentaliteit, bij een club die tegen de degradatie streed met een coach die onder druk stond en niet wist hoe met mij om te gaan. Zo raakte ik mijn vertrouwen kwijt. Op training noemden ze mij Steal, omdat de bal vaak van mijn voet sprong en de verdediger er dan mee weg was. Het is een ervaring die mij hier helpt om hard te werken.”

Vorig seizoen waren jullie bijna kampioen, nu moeten jullie zich reppen om bij de eerste zes te geraken. Waar zit het verschil?

“Ik weet het niet. Ik denk dat het ons ook niet meezat. Maar we focussen elke week op de volgende wedstrijd en weten: als we het goed doen, zullen we krijgen wat we verdienen. Over wie vertrokken is, spreken we niet meer. Het leven gaat verder en we hebben genoeg kwaliteitsspelers om een geweldig team te zijn. Schrijf maar op: wij gaan play-off 1 spelen!”

Hoe is het leven in Genk voor een jonge Nigeriaan die opgroeide in een broeihaard van meer dan 20 miljoen inwoners als Lagos?

“Mijn leven is hier vrij eenvoudig: ik ben altijd thuis.”

Alleen?

“Neen, met mijn twee honden, een pomeriaan die ik uit Frankrijk meebracht en een labrador van drie maanden die ik hier kocht. Ik hou van honden, ik ben ermee opgegroeid, dus dat is goed gezelschap voor mij. Al mag die jongste stilaan wat zindelijker worden.” (lacht niet) (door Christian Vandenabeele)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier