Kévin Denkey, de goedlachse beer van Cercle: “Ook in de kleedkamer wil ik een belangrijke speler zijn en mijn ploegmaats meetrekken.” (foto Belga) © JOHAN EYCKENS BELGA/AFP via Getty Images

Topscorer Kévin Denkey: “Het moet eigenlijk nog allemaal beginnen”

Kévin Denkey. Voluit Ahoueke Steeve Kévin Denkey. Tot dit seizoen vooral de spierbundel voorin van Cercle – een gemiddelde spits van hooguit een middenmoter. Maar zie, na 24 speeldagen staat Denkey met 18 goals in 23 matchen helemaal bovenaan de topscorerslijst – boven Thiago, Dolberg, Vincent Janssen… En staat het ‘kleine’ Cercle tussen de groten in de top 6. AA Gent mag er niet gerust in zijn, Club Brugge volgende week ook niet. En dus wij naar Brugge, op zoek naar een beer met een Gouden Stier op zijn rug.

Wat voorafging. Summier, de 23-jarige Togolees van Cercle is sinds dit seizoen een stér, zijn opmerkelijke levensverhaal mag intussen al worden beschouwd als zijnde gekend. Hoe hij als 12-jarige in zijn eentje in een shortje midden de winter in Parijs terechtkwam – zijn ouders wilden betere studiemogelijkheden – maar er al na enkele maanden ruzie kreeg met zijn nonkel en dan maar naar zijn tante in Lyon trok. Hoe het stevige aanvallertje van Nîmes aanvankelijk wegkwijnde in een internaat en er in het weekend helemaal alleen moest overleven met een paar voedselpakketten. Hoe die ellende en eenzaamheid hem alleen maar motiveerden om in het voetbal zo hoog mogelijk te geraken. Het zou zes jaar duren, tot zijn debuut bij de nationale ploeg van Togo (hij had de Franse U19 geweigerd) voor hij zijn familie zou terugzien. Nog een jaar later maakte hij voor Nîmes zijn eerste goals in de Ligue 1. Om dan toch weer in het tweede elftal te verzeilen. En daar in januari 2021 door Cercle werd weggehaald om er ten slotte de afgelopen drie jaar door te groeien van invaller tot basisspeler, vorig seizoen copiloot van Ueda (9 assists) en dit seizoen uiteindelijk de fiere topscorer.

Altijd vlot gescoord

Wat allemaal wordt ondersteund door zijn statistieken: in het seizoen 20-21 (vanaf januari 2021): 2 goals in 13 matchen (veelal korte invalbeurten). In 21-22 6 goals in 28 matchen (overwegend ingevallen). In 22-23 9 goals in 32 matchen (basisspeler geworden) En nu dus al 18 goals in 23 matchen. Door het overlijden van zijn moeder miste hij in december de match op Anderlecht. Maar toch ziet hij zelf als hij terugkijkt geen grote verschillen tussen de topscorer van vandaag met de Denkey van zijn eerste maanden bij Cercle, toen nogal wat waarnemers twijfelden aan de snelle spierbundel van 89 kilogram voor 1,81 meter.

“Ik had wel enige aanpassing nodig. Door al mijn harde werk en drie jaar extra ervaring heb ik natuurlijk progressie gemaakt. Maar ik heb altijd vlot gescoord, ook bij de jeugd. Bij Nîmes scoorde ik meteen in mijn eerste twee invalbeurten bij het A-elftal, zelfs op enkele minuten twee goals. Bij mijn eerste baltoetsen, hè!”

Natural born killer, bedoelt hij. Al ziet hij zichzelf … breder.

“Ja, Gent is speciaal voor mij. Hun spel ligt me en op Gent raakte ik definitief vertrokken”

“Het gaat niet alleen om wat je presteert op het veld. Ook daarbuiten. En dan doel ik niet alleen op mijn fanatieke werken aan mijn lichaam (zijn voorliefde voor ijsbaden na zowat elke training en wedstrijd is bekend, red.). Ook in de kleedkamer wil ik een belangrijke speler zijn en mijn ploegmaats meetrekken.”

En zo word je dus topscorer: een ontzagwekkend gespierd lichaam, een voorbeeldige mentaliteit, een flinke dosis natuurlijk voetbaltalent én een neus voor goals. “Dat is misschien wel mijn grootste kwaliteit: mijn voetbalverstand, hoe ik het spel lees. Mijn instinct, zeg maar.”

En laat dat nu net bijna altijd opspelen tegen AA Gent waar Cercle vandaag naartoe trekt: al vier goals en drie assists in negen duels. Gent-Cercle is dé topper van de speeldag want van groot belang voor een plaatsje in de Champions’ Play-offs. Dat weet de Gentse coach Hein Vanhaezebrouck ook. Hij noemde Cercle al een ‘zekerheid’ voor de top 6. En hij zal zijn verdediging ook wel waarschuwen voor de driften van Denkey.

Oui, Gand, c’est spécial pour moi. Ik kan niet goed uitleggen waarom, het is niet omdat hun verdedigers geen echte beesten zijn. Ook tegen Ngadeu speelde ik graag. En scoorde ik. Het is hun spel dat mij ligt. En, ook bijzonder voor mij: in de eerste match onder Muslic op Gent, die spectaculaire 3-4, zorgde ik meteen voor een goal en twee assists. Daarmee was ik helemaal vertrokken.”

8 miljoen

Het is opvallend, de impact van Muslic op de groei en bloei van Denkey. Waarbij de Oostenrijks-Bosnische coach niet schroomt te benadrukken: “assists zijn leuk maar een spits moet scoren, Kev!” En dat neemt Denkey blijkbaar ter harte. 0 assists momenteel. “En toch is het niet zo dat ik egoïstisch ben en mij alleen focus op scoren. Dit jaar al 18 goals en geen enkele assist zou dat doen vermoeden maar vorig seizoen kwam ik naast Ueda aan 9 assists. Vraiment, een assist geeft me evenveel voldoening als een goal. Ik leef heus niet alleen van goals, ik wil ook deelnemen aan het spel, dribbels opzetten, plezier hebben aan het voetbal.”

Al steekt hij niet weg dat zijn statistieken belangrijk zijn en dat hij die behaaglijke Gouden Stier op zijn rug niet kwijt wil. Komen we al bij de Brugse derby van volgende week, dan staat hij tegenover Thiago, met Amoura van Union (allebei tot gisteren 16 goals maar Thiago was geschorst, red.) wellicht zijn grootste concurrent.

“Ja, Thiago scoort blijkbaar ook heel gemakkelijk. Maar hij is wel een heel ander type spits dan ik, omgeven dan nog door heel andere spelers. Het grote verschil is dat hij vooral een goalgetter is en veel goals van dichtbij maakt. Ik moet het meer hebben van mijn acties.”

Topscorer of niet, top 6 of niet, het lijkt erop dat Denkey, nog onder contract tot 2026, klaar is voor een stap hoger. Ook opmerkelijk: in januari 2021 bedroeg de marktwaarde van de spits nog geen miljoen euro. Toen trok trouwens ook Club Brugge al aan zijn mouw. “Maar ik was nog niet klaar voor een grote club als Club Brugge.” Twee jaar later was hij al 4 miljoen waard en meldden zich vorige zomer al Lyon, Lille, Montpellier en Union. En drie jaar nadat hij bij Cercle landde, plakt het gespecialiseerde transfermarkt.be al 8 miljoen op de spits. Hij staat nu op lijstjes van clubs als AC Milan. Of hij daar nu wél klaar voor is?

(Haalt zijn schouders op) “Nu wel denk ik, ja. En die 8 miljoen euro zegt me niets. Voor mij is het simpel: je bent waard wat een club voor jou wil geven. Daarom kan ik ook niet zeggen hoeveel ik waard ben. We zien wel, ik voel me uitstekend in Brugge en ik kan mij hier heel goed ontwikkelen.”

Dromen najagen

Zou hij zich ook tot zo’n ster hebben ontwikkeld indien hij in zijn tienerjaren niet zo hard had moeten vechten voor een toekomst? “Mijn jeugd zal mij zeker gevormd hebben. Het is in elk geval het resultaat van héél hard werken, van mijn veertiende tot vandaag. Het moet eigenlijk nog beginnen voor mij. Ik wil ooit in de beste competities, maakt niet uit waar, spelen, nog WK’s meemaken. Ik wil álles winnen: titels, bekers, Europese bekers … Ik zal blijven die dromen najagen en weet meer dan ooit: ik zal het ma-xi-mum uit mijn carrière halen!”

Maar om te beginnen zou een Champions’ Play-offs-ticket met Cercle ook al heel mooi zijn.

“Waarom niet? We hebben een uitstekende ploeg en de coach haalt er het maximum uit. De komende twee matchen worden heel belangrijk, daarna volgt een gemakkelijker programma (Eupen, Mechelen, Charleroi en RWDM, red.). Al is het gevaarlijk zoiets te zeggen, bleek al op Westerlo. Maar dat hebben we dus tegen STVV meteen en duidelijk rechtgezet. Die top 6 zou in elk geval een mooie beloning voor ons seizoen zijn. En als ik zou mogen kiezen tussen de titel van topscorer of met Cercle de Champions’ Play-offs spelen, dan weet ik het wel. Je kan in die play-offs toch ook veel goals maken? (schatert).”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier