Thibau Nys begon vorig weekend met een zege aan het veldritseizoen. (foto Getty) © BELGA MAG/AFP via Getty Images

Vanavond begint Wereldbeker veldrijden in VS: “Thibau Nys is de reddende engel”

Vandaag trekt de Wereldbeker veldrijden 2023-2024 zich op gang in Waterloo, de hoofdvestiging van fietsconstructeur Trek in de Verenigde Staten. Samen met co-commentator en gewezen wereldkampioen Paul Herygers blikken we vooruit op een nieuwe crosswinter. “Thibau Nys is degene die we in de cross nodig hebben.”

En of hij vorige zondag van de eerste cross van het nieuwe seizoen genoten heeft. “Dat Thibau Nys meteen kon winnen, was voor mij maar een halve verrassing”, vindt Paul Herygers. “Degenen die het live gezien hebben, vergeten het wellicht nooit meer. Dit smaakt naar meer. Dit is wat we voor ogen hadden: Nys is de reddende engel. Hem hebben we in de cross nodig. Beter kon het seizoen dan ook niet beginnen. Maar pas op, Nys was niet de sterkste in Beringen, wel Iserbyt. Hoe die heeft zitten klungelen… Wie echter als eerste over de meet komt, is de winnaar.”

De voorbije vier winters opende Iserbyt als een speer, maar telkens toen we dachten dat hij de strijd met Van der Poel en Van Aert kon aangaan, zakte hij erdoor.

“Tijdens de Tour ontving ik een WhatsApp-berichtje van hem. Aan het huis waar hij nu woont, liet hij een heuse zandbak aanleggen. Dat wil zeggen dat je serieus met je vak bezig bent. Maar of hij ooit een vuist tegen die twee zal kunnen maken? Dat is een brommer tegen twee moto’s, hè. Iserbyt doet wat hij kan. Dat is het minste wat je van hem kan zeggen. Zij die vroeger tegen Liboton moesten rijden, kregen een kruimel. Die won 32 van de 33 veldritten. Nu zijn Van der Poel en Van Aert parttime crossers. Het is een zegen voor de pure veldrijders. Ik zou nu alvast zeggen: grijp wat je grijpen kan.”

Bij het begin van elk veldritseizoen, kijk ik eerst naar de locatie van de drie kampioenschappen. Bij deze: het EK in Pontchâteau, het BK in Meulebeke en het WK in Tabor.

“Het eerste waar ik dan aan denk, is waar ik zelf zou kunnen winnen. Ik moet zeggen: de oogst is schraal. Pontchâteau en Tabor, dat is voor de grote jongens. Een garnaal kan daar niet winnen. Tabor spreekt voor zich. Dat parcours kan alle smoelen trekken – vriezen of dooien. Daar krijg je een klinkende naam als winnaar. Meulebeke is het enige twijfelgeval. Als Van Aert daar start, is hij topfavoriet. Maar als je hem ergens kan verslaan, is het wel in de Berencross.”

Over Van Aert gesproken: het ziet ernaar uit dat we hem deze winter niet vaak in het veld zullen zien.

“We krijgen zoveel van hem terug. Hij staat er van de eerste tot de laatste wedstrijd. We zijn blij dat hij toch af en toe komt crossen. Hoe vaak dat dit seizoen zal zijn, weet ik ook niet. Daar zal ik nu geen telefoontje voor plegen. Ik weet hoe zwaar zijn seizoen en dat van Van der Poel is geweest. Hen nu al pushen, zou hen kwaad maken. Ik stel dus geen journalistenvragen, maar voel me in dit geval een ex-coureur.”

“Tegen de pure crossers zou ik nu zeggen: grijp wat je grijpen kan”

Paul Herygers

Mogen we Van der Poel nu al opschrijven voor Tabor? Wereldtitel nummer zes wenkt.

“… net als zijn derde regenboogtrui in een jaar tijd, na Hoogerheide en Glasgow. Tabor zou een mooi dessert zijn. Hij is wel wereldkampioen op de weg, hè. Een crosser! Met alles erop en eraan dan nog. En erna verdween hij ook weer even snel van het toneel. Het is niet dat Van der Poel na Glasgow nog met de allergrootste inzet gekoerst heeft. Hij heeft groot gelijk. Alleen zo kan je een lange carrière hebben. Hij zit daarvoor in de ideale ploeg, die hem zijn zin laat doen. Van der Poel is dus een klant voor Tabor, waar het in 2015 voor hem allemaal begon. Ik denk dat hij naar die dag uitkijkt, al moeten we altijd afwachten. Met Van Aert weet je nooit.”

Over naar de dames, waar Fem van Empel, Puck Pieterse en Shirin van Anrooij, alle drie van het bouwjaar 2002, de macht hebben gegrepen.

“Pieterse is wat verliefd geworden op de mountainbike, een discipline waarin ze ook schittert. Dat zal toch wel wat krachten gevergd hebben. Van Anrooij heeft dan weer een pittig wegseizoen achter de rug. Van Empel sukkelde hier en daar met een kwaaltje, maar zij nam minder hooi op haar vork. In Beringen gaf ik mijn ogen de kost. Ik moet zeggen: de moed is bijna in mijn schoenen gezonken. In het verleden promootte ik de vrouwencrossen altijd als de spannendste wedstrijden, maar nu maakte Van Empel de rest belachelijk. Ze reed weg in de afdaling, hè! Dan ben je een straffe griet. Zij wordt er dit seizoen eentje van 20 overwinningen.”

Einde verhaal dus voor Alvarado, Betsema en Brand?

“Wat Lucinda Brand nu meemaakt, doet mij pijn. Ze ging al fluitend door het wegseizoen en is iemand die geen risico’s neemt, maar toch liep het fout (Brand liep bij een val in de Simac Tour een blessure op aan de ligamenten rond haar sleutelbeen, red.). Dit had haar winter van de waarheid moeten worden, maar als je halverwege het seizoen nog aansluiting moet vinden, worden dat volgens mij vijgen na Pasen. Maar om op jouw vraag terug te komen: neen, het is nog niet gedaan voor hen. Als je een terugval kent, is dat geen goed teken. Maar we spreken hier niet over een terugval. Het niveau is gewoon gestegen. Van Empel en Pieterse, dat is zoals Van der Poel en Van Aert. Die anderen kunnen er ook niet aan doen dat er twee fenomenen zijn bijgekomen.”

Van Belgische zijde is het vooral uitkijken naar Sanne Cant. Zij wil haar 15de Belgische titel veroveren.

“Dat is ook mijn streefdoel voor haar. Alleen Ribérolle kan er, als ze een superdag heeft en fris aan het BK begint, een stokje voor steken. Maar anders gaat Cant de geschiedenisboeken in, al staat ze daar met haar drie wereldtitels nu eigenlijk al in.”

Tot slot: jij bent een groot fan van Fleur Moors, kersvers Europees juniorenkampioene op de weg .

(knikt) “Alleen jammer van die val op training (Moors kwam vorige zondag ten val en is zes weken buiten strijd, red.). We moeten voorzichtig met haar omspringen. Veldrijden is een heel moeilijke discipline. Zij kan dat, maar elke cross zie ik haar wel nog een foutje maken. Ik zou dus zeggen: blijf voorlopig weg van die levensgevaarlijke omlopen, ook op training. Ze heeft getekend voor de grote Trek-ploeg en is ook op de weg een kampioene, maar Fleur moet eerst leren stappen voor ze kan lopen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier