Wim Lybaert katapulteert 16 bekende gasten terug naar hun kindertijd in ‘Zomeravonden’: “Ik doe niet veel tegen mijn goesting”

Goed gezelschap, lekker eten en zijn moestuin. Meer heeft Wim Lybaert niet nodig om er een ideale zomeravond van te maken. Vier weken lang legt hij in het nieuwe VRT 1-programma Zomeravonden elke avond een bekende persoon in de watten. Midden in zijn heerlijke groene oase maakt Wim een gerecht klaar waar zijn gast fijne jeugdherinneringen aan heeft.

‘Welk gerecht brengt je terug naar jouw kindertijd?’ Met deze vraag nodigt Wim Lybaert zestien bekende gasten uit voor een gezellige zomeravond. Bij een heerlijke maaltijd, een vuurtje en de mooiste zonsondergang genieten ze van warme verhalen van vroeger. “Zomeravonden gaat niet over eten, maar over gerechten die een stroom herinneringen in gang zetten waar je instant gelukkig van wordt. Zelf zou ik ‘vorm’ kiezen van mijn bobonne. Dat was een combinatie van bloemkool en gehakt die ze au bain-marie klaarmaakte in een tulbandvorm. Daarbij serveerde ze een bechamelsaus met citroen en een gekookt patatje. Allemaal zonder veel kruiden. Bij dat gerecht zit ik in een klap terug bij haar aan tafel.”

Mag ik het concept samenvatten als ‘mooi, simpel, warm en authentiek’? Toch een beetje je handelsmerk.

“Als ik een programma bedenk, ga ik ervan uit dat ik het beste resultaat haal met wat ik het liefste doe. En zo zat ik vorig jaar in mijn moestuin – waar Zomeravonden wordt opgenomen – na te genieten van een simpel pastaatje met mijn vrouw. Het idee om iets met smaak- en geurherinneringen te doen, zat al langer in mijn hoofd. Vooral omdat ik dat zelf heel sterk heb: als ik iets ruik of zie, duiken vaak flarden van mooie herinneringen op in mijn hoofd. Met dat idee ben ik naar productiehuis Panenka gestapt. Of beter gezegd: ik heb Tom Lenaerts hier uitgenodigd om mijn idee aan hem voor te stellen. Zo is Zomeravonden ontstaan. Samen eten en herinneringen ophalen. Soms moet je het niet te ver gaan zoeken.”

Als ik naar jouw palmares kijk, dan lijkt het alsof alle programma’s die je maakt dicht tegen jouw persoonlijkheid aanleunen.

“Dat klopt ook. Ik doe niet veel tegen mijn goesting, dat zit in mijn karakter. Ik ben ook niet de mens of tv-maker om met acht anderen te brainstormen over een nieuw programma. Mijn filosofie is simpel: als je een goede reden hebt om iets te maken, zal het goed worden. Als het uit jezelf komt en oprecht is. Natuurlijk moet je je wel nog goede mensen om je heen hebben om het tot een goed einde te brengen. Ik werk voor Zomeravonden samen met de ploeg die Een jaar op zee heeft gemaakt. Allemaal geweldige mensen; we zitten al langer op dezelfde golflengte.”

Je maakt met ‘Zomeravonden’ afleveringen van telkens een minuut of 22. Met ‘De Columbus’ en met de vissers zat je aan dubbel zoveel minuten. Is het voor jou lastig om het met ‘slechts’ 22 minuten te doen?

“Nee, eigenlijk is dat veel makkelijker. Voor elke afleveringen van De Columbus hadden we 80 uur materiaal. Dat is dus veel moeilijker om een programma uit te distilleren. Met Zomeravonden nemen we tweeënhalf uur op; we stoppen altijd na zonsondergang. Dat zorgt natuurlijk voor beperkingen: je moet zorgen dat je alles op die tweeënhalf uur hebt. De druk is daardoor wat groter. Maar ik hou daar wel van. Het verplicht me om scherp te staan, elke avond.”

Je doet dit ook in je eigen tuin. Zorgt dat voor een meer ontspannen presentator? Ik weet dat je het tijdens ‘De Columbus’ vaak moeilijk had om te ontspannen.

“De mensen met wie ik werk, hebben mij nog nooit met zo weinig stress gezien (lacht). Ik ben echt heel ontspannen. Ik zit in mijn eigen tuin, zie de cameramensen niet en laat de zon dicteren wanneer de opnames aflopen. Heel fijn werken zo, al is het ook wel vermoeiend – voornamelijk omdat ik na zo’n opname niet kan slapen door de adrenaline (lacht).”

‘Zomeravonden’ lijkt zo’n format dat elke zomer zou kunnen terugkomen. Is dat ook jouw hoop?

“Dat is uiteraard aan de VRT om te beslissen, maar ik hoop er stiekem wel op. Ik zit nu halverwege de opnames en het is echt genieten. Misschien komt het ook door de leeftijd. Ik heb nu meer zelfvertrouwen om die gesprekken aan te vatten. Ik hoef met dit programma ook de wereld niet te veranderen; met Een jaar op zee probeerde ik wel wat teweeg te brengen. Met Zomeravonden hoop ik vooral dat de mensen ontroerd zijn en daarna met een glimlach in bed kruipen.

Praten met bekende gasten deed je ook al in ‘De Columbus’. Heb je veel geleerd van dat programma?

“Absoluut! Ik heb vooral geleerd dat mensen bereid zijn om over gevoelige onderwerpen te babbelen met mij. En ik heb geleerd om dat in dank te aanvaarden en daarop in te gaan. Vroeger kon ik dat absoluut niet goed. Ik had vaak wat schroom om hen delicate zaken te laten zeggen die ze misschien niet wilden delen. Soms moet ik nog wat vechten tegen die schroom, maar ik ben er toch al een stuk beter in dan vroeger.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier